Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Dick Dale
Dick Dale heeft een probleem. Bij z'n optredens blaast hij aan de lopende band versterkers op. Het euvel is een gevolg van Dale's drang om het surfgevoel muzikaal te uiten: luister naar de (veelal instrumentale) muziek van Dale en de luisteraar weet hoe het voelt om op een surfplank te staan. Tegelijkertijd is Fender bezig steeds betere versterkers te ontwikkelen en Dale werkt nauw met de fabrikant samen. Met een apparaat kan hij het specifieke reverb-effect maken dat het geluid van de surfmuziek zou definiëren. Dale krijgt de bijnaam King of the Surf Guitar en hij speelt in en rond het Californische Newport Beach voor steeds grotere bezoekersaantallen.
Dale heeft de nogal eigenaardige gewoonte om als linkshandige op een normale gitaar te spelen, maar dan zonder de snaren om te draaien. En z'n live shows zijn dermate energiek dat een jonge Jimi Hendrix er door wordt geïnspireerd. Surfer's Choice, het debuutalbum dat Dale met z'n begeleidingsband The Del-Tones opneemt, stamt uit 1962 en geldt als het ultieme surfalbum - Dale staat op de albumhoes zelf op de surfplank - en herbergt de klassieker 'Misirlou'. Het is een Libanese traditional, opgenomen omdat een fan hem uitdaagt een song te spelen met één noot. Door de British Invasion raakt surfmuziek uit de mode en Dale wordt actief als natuurbeschermer. Hij maakt een comeback als 'Misirlou' in 1994 door Quentin Tarantino voor Pulp Fiction wordt gebruikt. Een surfmuziekrevival is het gevolg.
Dennis Wilson
Poseurs zijn het, The Beach Boys. Surfposeurs. Kijk eens naar de hoesfoto's van de vroegste singles en lp's: Een echte surfer balanceert de plank op z'n hoofd en houdt die niet onder z'n arm, zoals de Beach Boys doen. Maar The Beach Boys zijn dan ook opportunistisch; ze surfen (pardon) mee op de surfhype van begin jaren zestig en als die voorbij is, zingen ze net zo lief over auto's of meisjes. De enige Beach Boy met surf credibility is mooie jongen Dennis Wilson, aan de groep toegevoegd door moeder Wilson vanwege z'n goede looks. Hij is de belichaming van de rock-'n-roll-levensstijl: hij is verslaafd aan drank en drugs, verslindt vrouwen bij de vleet en heeft vage connecties met de sekte van Charles Manson.
Muzikaal talent heeft-ie echter wel degelijk: het enige soloalbum dat Dennis opneemt, heet Pacific Ocean Blue en dit is een klassieker. De plaat verschijnt in 1977, als The Beach Boys zijn verworden tot een golden oldies-act, en herbergt een mix van traditionele, Beach Boys-achtige songs als 'What's Wrong' en tracks waarin westcoastpop wordt gemixt met gospel: 'River Song' en 'Rainbows'. De titelsong is een funky aanklacht tegen milieuvervuiling. Kortom, Pacific Ocean Blue is een nogal ambitieus album. Dennis Wilson zou nog aan de opnames van opvolger Bambu beginnen, maar die sessies worden niet afgerond. Pas bij de heruitgave van Pacific Ocean Blue in 2008 worden deze Caribou Sessions officieel uitgebracht als bonus-cd. Bittere ironie dat de enige Beach Boy die echt kon surfen in 1983 zou verdrinken, na een drankgelag op z'n boot voor de kust van Los Angeles.
Echo Movement
"I think God smokes weed and he was high when he made me." Uit het kustgebied van New Jersey komen de immer vriendelijke surfboys van Echo Movement. De broers Stephen en David Fowler beginnen in 2004 hun eigen band, maar het eerste album zet geen zoden aan de dijk en de Fowlers hebben slechts regionaal succes. Niet heel gek dat het tot de regio beperkt blijft, want de eerste twee platen zitten vol puberale, slecht geproduceerde tracks. Gelukkig staat zelfkritiek in het woordenboek van Stephen en David: de surfbroers besluiten om in 2008 mankracht toe te voegen aan de band. Zes muzikanten, waaronder een hoorntrio, vormen de bezetting waarmee Echo Movement een kleine cultband wordt in Amerika.
Toegegeven, het album In the Ocean is de enige reden dat we deze laidback reggae terugvinden in de lijst, maar de plaat heeft dan ook een enorme status bereikt in de subcultuur van de Amerikaanse surfers. Het grote publiek raken zoals Dick Dale en Dennis Wilson dat wel deden, zal Echo Movement nooit doen. Het zijn dan ook voornamelijk de surfers (en skaters) die Fowler & Co. een warm hart toedragen. Anderzijds bekommert Echo Movement zich ook om de surfers. Een gedeelte van de inkomsten gaat naar het goede doel SurfAid International en de controversiële teksten gaan niet zelden over het legaliseren van marihuana. De combinatie van de teksten en de vrolijke, aanstekelijke surfsound maakt van Echo Movement één van de bestbewaarde geheimen in de surfmuziek.
The Ventures
'The band that launched a thousand bands', zo worden The Ventures vaak genoemd. Het zal zijn omdat zij - hoewel zij altijd als surfgroep gelabeld worden - hun muziek telkens aanpasten aan de mode zonder zichzelf te verliezen. Rock-'n-roll, country, swamp, you name it, The Ventures maakten het en ze inspireerden ontelbare bands van de VS tot in Japan. Met misschien wel als grootste schatplichtige The Beach Boys. Zelf vonden zij de titel surfgroep ook te beperkt, niettemin gelden ze als een van de voornaamste grondleggers van het genre.
Meelopen met de mode mét behoud van eigen sound plus virtuositeit en ruimte voor gitaarexperiment - in de vorm van distortion en de twaalfsnarige gitaar - gaat goed tot in de jaren zeventig, maar daarna krijgt het potentiële publiek het te druk met andere genres als disco, waardoor de aandacht voor de band verslapt. Eind van dat decennium gaan punkers en later new wavers aan de haal met het Ventures-materiaal en krijgt de band weer aandacht van nieuwe doelgroepen. In 1994 gebruikt regisseur Quentin Tarantino de door Nokie Edwards geschreven song 'Surf Rider' (uitgevoerd door The Lively Ones) in cultfilmklassieker 'Pulp Fiction'. Edwards en zijn Ventures komen zo wederom in de spotlights, om nog een decennium later vereeuwigd te worden in de Rock and Roll Hall of Fame.
The Barracudas
Niet alleen de stranden van Californië blijken eind jaren zeventig een goede voedingsbodem voor liedjes over surfplanken en meisjes in bikini. In het grauwe Londen, waar de punk inmiddels stevig wortel heeft geschoten, vinden drie Britten en een Canadees elkaar dankzij hun liefde voor westcoast-gitaarpop en de 'Nuggets-psychedelica' van de jaren zestig. Ze beginnen een bandje en vallen al snel op omdat ze in tegenstelling tot hun tijdgenoten geen boze punk maken, maar vrolijke en direct meezingbare gitaarpop met een surftwist. De veelzeggend getitelde single '(I Wish It Could Be) 1965 Again' wordt grijsgedraaid door John Peel en in 1980 scoort de band een voorzichtige hit met het ook al bijzonder raak getitelde 'Summer Fun'.
Al klinkt zanger Jeremy Gluck zo Engels als maar kan, bij de zonnige liedjes op debuutplaat Dropout with The Barracudas waan je je - geholpen door de cheesy hoesfoto met bandleden en surfplank- direct op een zonnig strand. Toch zit echt doorbreken er niet in voor de Cudas. Misschien is het wel de frustratie daarover die er voor zorgt dat de muziek na hun debuut een stuk minder zonnig klinkt en doet diezelfde frustratie ze in 1984 al besluiten om met hun band te stoppen. Enkele reünies en dertig jaar later zijn The Barracudas dan wel niet zo groot geworden als ze ooit hoopten, maar hebben ze wel een dikke cultstatus veroverd. En veel belangrijker: hun liedjes zijn onverminderd fris, vrolijk en aanstekelijk.
Los Straitjackets
Hoe de vijf Amerikanen uit Nashville, Tennessee er toe zijn gekomen om het podium op te klimmen met Mexicaanse worstelmaskers op hun hoofd is een raadsel, maar het maakt ze wel tot een bijzonder opvallend bandje. Al in 1988 zetten drie van de bandleden hun eerste stappen op het instrumentale surfpad, maar echt los gaan ze pas een paar jaar later, in 1994. Quentin Tarantino's Pulp Fiction is een hit en de soundtrack, met Dick Dale's 'Misirlou', zorgt voor een kleine surfrevival waar de band van profiteert.
Los Straitjackets werken samen met tal van artiesten en mogen regelmatig opdraven in Conan O'Briens talkshow. Zo krijgen ze een cultstatus, die echt niet alleen te danken is aan de tv-optredens en de vreemde maskers: de bandleden hebben decennia aan muzikale ervaring. Gitarist Eddy Angel speelde in tal van rockabillybandjes en Danny Amis, ook gitarist, heeft er al een carrière als geluidstechnicus opzitten. Die ervaring hoor je terug in een loeistrak geluid, dat al dertien studioalbums lang nauwelijks veranderd is. Dat is ook nergens voor nodig. De gemaskerde heren van Los Straitjackets staan voor een heerlijke surfsound, de nodige ongein en vooral wagonladingen cool.
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/dossier-surf/zes-alternatieve-surfmuzikanten/24183/
Meer Dossier: Surf op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/dossier-surf
Deel dit artikel: