Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Wie zijn ze?
Het is 1978 als in Sheffield, de stad die op dit moment weer in de belangstelling staat door de Arctic Monkeys, vier jongens bij elkaar komen om een band te beginnen. Onder verschillende namen maken Stephen Fellows (zang/gitaar), Kevin Bacon (basgitaar), Andey Peake (keyboards/zang) en Mik Glaisher (drums) vanaf dat moment het plaatselijke clubcircuit onveilig. “We veranderden in die tijd vaak onze bandnaam, zodat we later terug konden komen bij dezelfde club. Het werk zat in die tijd in het spelen van covers, niemand nam het spelen van eigen nummers serieus. Toen punk kwam opzetten, dacht iedereen: ‘Wacht eens even, ze zijn verschrikkelijk, maar komen er wel mee weg.’ Daardoor werd de drempel verlaagd. Zelf vond ik punk saai, ik haatte de houding en de agressie eromheen. Wij wilden het als band beter doen”, vertelt zanger Fellows.
Het omslagpunt voor de band komt als ze het voorprogramma van postpunkers Pere Ubu mogen verzorgen. Ze geven een verschrikkelijk optreden, worden van het podium gespeeld door Pere Ubu en besluiten een andere koers te gaan varen: The Comsat Angels is geboren, vernoemd naar een kort verhaal van J.G. Ballard. Met geld van Gaishers vader wordt een ep opgenomen en in eigen beheer uitgebracht, die daarna door John Peel meteen in zesvoud wordt afgenomen. De aandacht van de populaire DJ bezorgt de band een contract bij Polydor en in 1980 wordt debuutalbum Waiting for a Miracle uitgebracht. In 1981 volgt Sleep No More, waarna Fiction in 1982 de kwalitatief hoogstaande Polydortrilogie afsluit. Helaas laat het grote publiek de band al die tijd links liggen.
Wat deden ze?
Vrolijke popmuziek maken? Nee, dat deden ze niet, zo beaamt Fellows. “Voor ons tweede album heb je zelfs een helm nodig, zo hard komt het aan.” Het debuut klinkt als een kruising tussen Echo & the Bunnymen, Joy Division (wiens album Closer en nummer ‘The Atrocity Exhibition’ ook zijn vernoemd naar een verhaal van J.G. Ballard) en The Sound, terwijl de opvolger donkerder en rauwer klinkt. Op het derde album Fiction begint het zonnetje weer regelmatig te schijnen en is de hoop in de liedjes terug te horen.
In Nederland wordt The Comsat Angels, meer nog dan Echo & the Bunnymen, The Sound en zelfs U2, al die tijd als band voor de toekomst gezien. Fellows (lachend): “Jullie zaten ernaast! Dat heeft voor een deel met de survival of the fittest te maken. Niemand heeft het recht om succesvol te worden.” De band steekt eind jaren zeventig en begin jaren tachtig regelmatig het Kanaal over voor een tournee, vooral omdat ze daar goed voor worden betaald, maar de coffeeshops helpen ook, geeft Fellows toe. Toch breekt U2 uiteindelijk door en blijft The Comsat Angels een kleine, onbekende band, opererend in de marge van de popmuziek.
Fellows: “Mijn dochter kwam laatst thuis met enkele U2-albums. Ik hield vroeger nooit van ze, nu eerlijk gezegd wel, maar live waren ze toen al werkelijk fantastisch. Ze straalden vertrouwen uit en waren echte showmannen. Wij waren nooit vol vertrouwen voordat we het podium betraden. Onze optredens waren ook anders, dat kwam door de muziek: wij gebruikten geen slogans, zwaaiden niet met onze armen en paradeerden niet met vlaggenstokken.” Hij zegt het niet verbitterd, maar met een komische klank, alsof het hem niets uitmaakt. Het gevolg is wel dat The Comsat Angels 25 jaar heeft moeten wachten tot ze eindelijk wat waardering krijgt.
Waarom waren ze zo goed?
Juist die ingetogenheid, die kaalheid, het totale ontbreken van slogans of euforische uitbarstingen maakt van The Comsat Angels een onderscheidende band. De muziek van het viertal blinkt op de eerste drie studioalbums uit in ingetogenheid, slepende ritmes, soepele baslijntjes en donkere sferen. Fellows zelf kan er verdacht weinig over zeggen: “Mensen blijven me maar vragen wat ik van mijn eigen muziek vind, maar ik ben de minst objectieve persoon op dat gebied. Ze vragen me waar we thuishoren in de postpunkbeweging, maar ik heb totaal geen idee wat ik ze moet vertellen. Onze muziek klinkt volstrekt normaal in mijn oren.” Als ik vraag welk album zijn favoriet is, noemt hij de eerste drie, waarna hij droog opmerkt: “Het lijkt erop dat ik mijn muziek best goed vind.”
Interpol en Editors zijn het daar volkomen mee eens, zij liepen de afgelopen jaren met het geluid van The Comsat Angels weg. Ook dat hoort Fellows niet, maar vereerd is hij wel: “Ik vind Editors goed, het voelt niet alsof ze het van ons stelen. Ik hoop juist dat ze onze muziek verbeteren.” Eerlijk is eerlijk: dat doen ze zeker en erg vreemd is dat niet: “Mijn zanglijnen op het debuutalbum zouden veel beter klinken als ons budget net zo hoog was geweest als dat van de Editors. Ik had maar één take voor de zanglijnen en we moesten veertien nummers in tien dagen opnemen. De tijden zijn veranderd.”
Zeker, er waren muziekliefhebbers die The Comsat Angels eind jaren zeventig al ontdekten, maar die waren schaars. “Tegenwoordig zijn er minder vooroordelen, met dank aan het internet is alles bereikbaar voor iedereen. Vroeger had je niet eens cd’s! Als het vinyl was uitverkocht, werd het niet opnieuw gemaakt. De verkrijgbaarheid is tegenwoordig veel beter. Mijn advies aan de jeugd? Neem een goede baan. Nou, eigenlijk is muzikant op dit moment een goede baan, maar daardoor is dat bestaan wel minder opwindend geworden.”
En wat gebeurde er toen?
Tja, en toen. Zo opwindend kan het bestaan van muzikant in ieder geval niet geweest zijn. Gevraagd naar het hoogtepunt, antwoordt Fellow twijfelend: “Euh, ik probeer er een te zoeken. Op een bepaalde manier is dat nu, jarenlang was niemand in ons geïnteresseerd en nu zijn ze dat wel. Dat is een goede ontwikkeling.”
Na de drie albums voor Polydor blijft de band muziek maken tot 1995, maar al die tijd probeert het viertal teveel en te geforceerd een hit te scoren. In de jaren negentig volgt nog een geslaagde artistieke comeback, maar daar blijft het bij.
Na het succes van de eightiesrevival en de diverse postpunkbands van de laatste jaren is het tijd om toch nog de verdiende waardering te ontvangen, dus worden de eerste drie studioalbums, plus een cd met een verzameling BBC-sessies, opnieuw uitgebracht. Fellows: “Het leek in eerste instantie alsof mensen ons waren vergeten, maar opeens zegt iedereen dat ze mijn muziek goed vinden. Erg vreemd is dat. Ik begrijp niet waarom ze het 25 jaar geleden niet begrepen. Misschien zijn mensen tegenwoordig slimmer.”
Vanaf 4 april liggen de heruitgaves van Waiting For a Miracle, Sleep No More en Fiction en de verzamelaar met BBC-sessies in de winkel.
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/comsat-angels/onvoltooid-verleden-tijd-the-comsat-angels/12365/
Meer Comsat Angels op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/comsat-angels
Deel dit artikel: