Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Maar in feite was het jaar 2000 nog maar een begin voor Coil, want in dat jaar traden ze voor het eerst live op. Maar niet alleen met Coil liet hij sporen na in de avant garde en alternatieve scène. Hij was ook lid van Psychic TV, Zos Kia en werkte nauw samen met Current 93 en Nurse With Wound. Een portret van een ronduit fascinerende figuur.
Geoff Rushton werd in 1962 geboren in Mansfield. Als enig kind kwam hij op de kostschool terecht, waar hij al vanaf vroege leeftijd geïnteresseerd geraakte in magie, paganisme, drugs en esoterie. Voornamelijk raakt hij in de ban van Austin Osman Spare en Aleister Crowley, beide Engelse magiërs. Hetgeen zich al onmiddellijk muzikaal vertaalt wanneer hij in 1982 Zos Kia sticht. Zos Kia was namelijk de magische cultus die Spare had in het leven geroepen. Zos Kia zou uiteindelijk maar voor één cassetterelease en een paar optredens bestaan, want in die vroege jaren tachtig beweegt Balance zich aanvankelijk van project naar project. Eerst is hij na het opdoeken van Throbbing Gristle een tijdje lid van opvolger Psychic TV. Daar ontmoet hij onder andere Peter ‘Sleazy’ Christopherson (ex-lid van Coum Transmissions, stichtend lid van Throbbing Gristle én de man die naar verluid het woord ‘industrial’ uitvond) met wie hij na enige onenigheden met Genesis P-Orridge, in 1984 Coil opricht. Tegelijk met zijn bijdrage aan Psychic TV was hij echter ook nog actief binnen 23 Skidoo en start hij mee Current 93 op, het project van boezemvriend David Tibet.
Muzikale Alchemie
Maar zoals gezegd, in 1984 wordt Coil opgericht. De eerste releases vinden een plaatsje op het Brusselse avant garde-label Laylah Antirecords. How to Destroy Angels hun eerste plaat duidt al onmiddellijk op het duo hun interesse voor magie, rituelen en spirituele energie. De ondertitel heeft het namelijk over ‘ritual music for the accumulation of male sexual energy’. Hoeft het hierna nog gezegd dat beide heren de Griekse beginselen zijn toegedaan en gedurende lange tijd niet enkel muzikale maar ook levenspartners zijn. Het zestien minuten durende nummer is niet meer dan een samengaan van percussie met enige machine-effecten en is behalve uiterst sinister, ook heel relaxerend én fascinerend. Als het ware een samenvatting van wat we de volgende jaren van Coil te verwachten hebben.
Hun tweede plaat, Nightmare Culture, voor de gelegenheid onder de naam Sickness Of Snakes uitgebracht, tapt uit een geheel ander vaatje. Hier komt Coil zoals we hen daarna zullen leren kennen al meer bovendrijven. Orkestrale stukken gepaard aan pikdonkere soundscapes roepen sinistere sferen op, samples van ontploffingen en woest knorrende varkens doen weinig goeds verhopen. De sfeer is hels en weinig hoopgevend.
Kort daarna wordt het duo getekend op Some Bizarre, indertijd een independent met enige naam. Daarop verschijnt hun debuut Scatology. Inderdaad, een conceptalbum over stront. Nu, feitelijk gaat het album over alchemie, het omtoveren van gewone stoffen tot edele metalen. In de muziek merk je daar nu niet zoveel van. Die wisselt af tussen meer elektronisch gerichte synth-pop en dezelfde orkestrale, een tikje gothische, maar altijd rauwe brokken geluidslandschap, donker maar altijd muzikaal genoeg om te blijven boeien. Hoogtepunten hier zijn ‘Tenderness of Wolves’, een samenwerking met Gavin Friday van The Virgin Prunes en een doodse maar hartverscheurende cover van klassieker ‘Tainted Love’, een herinnering aan de vele doden die AIDS op dat moment in de wereld begint te eisen (Marc Almond, wiens Soft Cell met hetzelfde nummer een hit scoorde is trouwens één van hun beste vrienden). Het album wordt geproduceerd door Clint Ruin, een pseudoniem van Jim Thirwell aka Foetus (voordien ook al een tijdje bij Nurse With Wound). Scatology legt de basis voor wat Coil altijd zal blijven: een samengaan van klassiek geïnspireerde muziek met industrieel geluid en de nieuwste elektronische snufjes. Met één been in het verleden en één in de toekomst als het ware. Vandaar ook dat de tekstuele bronnen van Balance ook altijd een evenwicht zullen proberen te vinden tussen elementen uit religie, spiritualiteit en literatuur en een fascinatie voor wetenschap, drugs en technologie.
Ondertussen neemt het duo gretig deel aan de in de jaren ’80 flink om zich heen grijpende verzamelaars. Zo leveren ze nummers voor legendarische compilaties als Ohrenshausen, The Elephant Table, Peyrere en The Fight Is On, allemaal intentieverklaringen van een muzikale richting die zich opstelt als alternatief voor punk, hetgeen door de meeste industriële artiesten gewoon als een voortzetting van rock-‘n-roll werd gezien.
In 1986 verschijnt met Horse Rotorvator dan al een eerste meesterwerk. Op het zelf geproduceerde album komt ook voor de eerste keer derde lid Stephen Thrower meedoen. En Jim Thirwell en Marc Almond zijn ook van de partij. De plaat bevat met ‘Ostia (The Death of Pasolini)’, ‘The Anal Staircase’, ‘Penetralia’, ‘Blood from the Air’, ‘Slur’ en ‘The First Five Minutes after Death’ mee van Coils meest indrukwekkende songs. Er wordt nu nog aandacht besteed aan opbouw, arrangementen en het schrijven van echte songs. De thema’s blijven hetzelfde: magie, de donkere kant van de menselijke ziel, het verband tussen liefde en dood, homoseksualiteit. En er is ook weer plaats voor een cover, deze keer van Leonard Cohens ‘Who by Fire’. In feite is de plaat het ‘doodsalbum’ van Coil, gemaakt in een tijd dat in hun directe (homosexuele en artistieke) omgeving de eerste aids-doden beginnen te vallen. Ondertussen is Balance ook nog eens actief als los-vast groepslid bij Current 93. Hij levert regelmatig vocalen en andere instrumentale bijdragen voor diens platen en treed af en toe zelfs mee op. Bovendien verlenen hij en Peter indien nodig ook nog hand-en-span-diensten aan Nurse With Wound, de groep van Steven Stapleton. Die dan ook weer aan productiewerk doet voor Coil. En zo blijft alles netjes in de familie.
Filmspoel
Hun reputatie grijpt ondertussen verder om zich heen. Clive Barker vraagt hen de soundtrack te schrijven voor zijn Hellraiser. Niet geheel onverwacht weigert de filmstudio de inderdaad nogal omineuze muziek wegens ‘te griezelig’. De soundtrack wordt overigens later wel uitgebracht op het Nederlandse Torso. Kort daarvoor hadden ze ook al de soundtrack voor The Angelic Conversation van Derek Jarman, Engelands bekendste homo-cineast, gemaakt, een homosexuele verbeelding van Shakespeare’s sonnetten. Kort voordat Jarman in 1994 aan AIDS overlijdt, dragen ze ook nog bij aan diens indrukwekkende artistieke afscheid Blue. En als u zich ooit in een verloren moment afvraagt van wie de muziek bij de titelsequentie van 7even is: Coil, dus. Het nummer ‘Closer to God’ is weliswaar van Nine Inch Nails, maar de remix van Coil en hun producer Danny Hyde. Ook de soundtrack van David Lynch’s Lost Highway bevat Nine Inch Nails-nummers waar Coil de hand in had. Peter Christopherson is trouwens altijd al met het beeldmedium bezig geweest. Hij begon zijn professionele carrière eind jaren ’70 bij het Engelse Hipgnosis design-team dat hoezen ontwierp voor onder andere Pink Floyd en Peter Gabriel. Voorts overleeft hij financieel door het maken van videoclips voor Cliff Richard, Van Morrisson, Erasure en Robert Plant. En reclamefilmpjes voor Nike behoren ook tot zijn domein.
Dans, Drugs en Geluidsdrempels
Nadat ze met ruzie (over onbetaalde royalties en andere rekeningen, uiteraard) bij Some Bizarre vertrokken zijn, richt Coil een eigen label op, Treshold House. De serienummers worden steeds voorafgegaan door LOCI, buiten een anagram van Coil ook de heidense god van het vuur en nog maar eens een verwijzing naar hun buitenmuzikale invloeden. Niettemin is het op Torso dat ze in 1991 hun veruit meest bejubelde plaat, Love’s Secret Domain, uitbrengen. Een werkstuk dat als je op de beginletters van de titel moet afgaan het best onder invloed van geestesverruimende middelen genoten kan worden. De plaat is in tegenstelling tot wat de titel vermoeden doet gemaakt onder invloed van speed en MDMA en grondig beïnvloed door de acid house-beweging, zelfs in die mate dat er van ‘The Snow’ een plaat met dance remixes wordt uitgebracht. Werken mee: Annie Anxiety (dichteres bekend van On-U Sound), Charles Hayward (van This Heat en Camberwell Now), Rose McDowell (van Strawberry Switchblade) en Marc Almond.
Over drugs gesproken: daar hebben we een van de grote problemen van John Balance. Op zoek naar grensverleggende muzikale ervaringen gebruiken de Coil-jongens regelmatig drugs maar het is toch vooral Balance die er problemen mee krijgt. Niet alleen lijdt hij gedurende bijna heel zijn leven aan hevige depressies, hij is ook lange tijd verslaafd aan alcohol. Later zegt hij in interviews dat hij straight edger is geworden maar de omstandigheden van zijn dood doen concluderen dat de drankduivel nog regelmatig in zijn leven bleef opduiken.
Vanaf dan is het voor een tijdje gedaan met Coil-albums. Na Love’s Secret Domain zien vooral verzamelelpees het licht. Unnatural History verzamelt al hun bijdragen aan compilaties terwijl Gold Is The Metal en Stolen and Contaminated Songs de outtakes en overschotjes van respectievelijk Horse Rotorvator en LSD verzamelen. Nu ja, overschotjes. De platen bevatten gewoon de nummers die op voornoemde platen uit de boot vielen en de kwaliteit is er vaak niet minder op. Op Torso wordt ook nog een mini-elpee uitgebracht met hun geweigerde soundtrack voor Hellraiser. Voorts wordt eindelijk de volledige (en overigens geheel prachtige) soundtrack van The Angelic Conversation uitgebracht. En How to Destroy Angels, hun eerste plaat ooit, wordt geremixed en in verschillende versies uitgebracht op een gelijknamige cd. Tegelijk gaat Torso overkop en besluit Coil vanaf nu de dingen maar zelf te gaan doen.
Na een rits singles en remixes van vroeger werk en compilatiebijdragen verschijnt dan in 1995 eindelijk nog eens nieuw werk van Coil, op weeral een nieuw label, Eskaton, en onder de naam Coil vs ELpH. ELpH is de naam die de groep geeft aan de ziel die volgens hen in de machines zit waarmee ze hun muziek maken. Die machineziel zou dan een neerslag zijn van buitenaardse transmissies en hun muziek slechts een channeling daarvan. De sfeer van die platen, Worship the Glitch, pHILM #1 en Born Again Pagans is inderdaad grondig verschillend van het vroegere werk. Ze focussen nu meer op het geluid zelf en je zou zelfs met enige goede wil van ambient kunnen gewagen, zij het dan van een zeer donkere en freaky variant. Niettemin zal je ook nog regelmatig hun eigenste versie van techno tegenkomen op deze platen, donkere en dubby soundscapes waar de technologie ten dienste staat van de spiritualiteit en de verkenning van de magische en esoterische universa die ze tot hun favoriete territorium hebben geclaimd.
Vooruit, achteruit en sneller
Tussen 1995 en 2000 verschijnt er zoveel werk van Coil (ondertussen een groep met buiten het duo een steeds wisselend personeelsverloop) dat het nauwelijks nog bij te houden is. Ze brengen een vierdelige reeks over de Equinox en de Zonnewende uit (gebundeld op de cd Moon’s Milk). Er worden platen uitgebracht onder de naam Black Light District en Time Machines. Deze laatste is de verwerking van hun ervaringen met vier verschillende soorten drugs, die gelinkt worden aan vier verschillende drones. De namen van de chemische verbindingen van de drugs vormen eveneens de titel van de nummers.
De tweedelige reeks Music to Play in the Dark bevat dan weer uitgesponnen, meditatieve, op Tangerine Dream, Cluster en andere Krautrockers gebaseerde ambientlandschappen. Maar ook hier is diversiteit troef. Op deze platen loop je al even veel kans om de space-jazz van Sun Ra, een klassiek strijkje of opgenomen natuurgeluiden tegen het lijf te lopen. Pikant detail: 26 exemplaren van de vinyleditie van deel twee zijn besmeerd met het bloed van John Balance, dan in een ‘psychotisch-demonische’ periode.
En uiteraard verschijnen er ook weer de nodige verzamelaars. Van de Unnatural History-reeks verschijnen deel 2 en 3, waarop deze keer onder andere alle nummers die Coil maakte voor radio- en tv-commercials. En als toetje verschijnt ook nog een aantal nieuwe Coil-cd’s, Astral Disaster en Queens of the Circulating Library. En dat is nog niet alles want Balance neemt ook nog eens deel aan Tighpaulsandra (het project van Coil-lid en Julian Cope-medewerker Tim Lewis); er staat een album gepland op Trent Reznors Nothing-label (Backwards verschijnt na een vijf jaar in beslag genomen opnameproces uiteindelijk pas in 2000 en dan nog niet eens officieel) en ook nog een concept-elpee over werk en leven van William S. Burroughs. En met Bill Laswell wordt er samengewerkt voor een plaatje op Sub Rosa. Voeg daarbij nog remixes voor Slagboom Van Loon (Mike Paradinas en Jochem Paap), Chris And Cosey, Scorn, Depeche Mode, Nine Inch Nails en Psychick Warriors Of Gaia en je begrijpt dat het er steeds druk aan toe gaat in het wereldje van Coil.
Storm voor de stilte
Het jaar 2000 brengt een vernieuwing: Coil treedt voor het eerst live op. Hun show in de Londonse Royal Festival Hall is legendarisch. De mannen zijn helemaal in het wit gekleed en worden onder andere vergezeld door naakte beschilderde mannen die als levend standbeeld de zaak opfleuren. De groep krijgt de smaak te pakken en is de volgende jaren dan ook bijna constant aan het toeren. Ze treden onder andere op op het Sonar-festival, het Canadese Mutek-fesival en voor sommige concerten staan ze samen op de affiche met onder andere Plaid, Scanner, Autechre en Mouse On Mars. In 2003 verschijnen er zomaar eventjes vier live-cd’s, die meestal volledig nieuw of grondig herwerkt materiaal bevatten.
Ook wordt het oeuvre voor het eerst in een soort Best Of uitgebracht. De cd’s A Guide for Beginners en A Guide for Finishers zijn ongetwijfeld voor de novice het beste begin om met het uitgebreide en zeer gevarieerde oeuvre van Coil in contact te komen. In ieder geval zijn er sinds 2001 nog zes volledige cd’s verschenen, waarop, hoeft het nog gezegd, Coil je doorheen alle mogelijke hoeken van de experimentele muziek loodst. Van traditionals, over ouderwets tegendraads industrieel lawaai en donkere ambient, tot weer meer songgericht materiaal. ANS is dan weer een neerslag van hun werk met de ANS-synthesizer, een in 1938 ontworpen experimentele synthesizer die al sinds de jaren 1950 stof stond te vergaren in de kelders van de universiteit van Moskou. Ook in 2004 verschijnen nog twee nieuwe albums, het succulente Black Antlers (met daarop onder andere een Coil-versie van Bam Bam’s acid house-klassieker ‘Where’s Your Child’) en de live-plaat Selvaggina Goes into the Woods, uiteindelijk Coils laatste werkstuk.
Death, he is my friend, he’s promised me a quick end
Bovenstaand citaat uit ‘Blood from the Air’ blijken nu profetische woorden. Op 13 november 2004 komt er abrupt een einde aan het immer boeiende Coil-verhaal. John Balance stort onder invloed van alcohol neer van de overloop op de eerste verdieping van zijn huis. Hulp wordt nog wel ingeroepen maar kan niet meer baten. Het lijdt geen twijfel dat de immer in magie en esoterie geïnteresseerde John Balance dit enkel maar als een nieuw begin zou gezien hebben en als een overgang naar een nieuwe en wie weet misschien betere wereld. Enkele dagen daarna geeft Peter Christopherson in ieder geval te kennen dat Coil ophoudt te bestaan. En zo komt er dus een einde aan één van de muzikaal meest betoverende vervolgverhalen van de laatste twintig jaar.
» Bezoek Threshold Houses website
Volgende week: Current 93
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/coil/de-muzikale-erfenis-van-john-balance-deel-1-coil/8102/
Meer Coil op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/coil
Deel dit artikel: