Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
"Eindelijk eens een interview dat niet over voetbal gaat", hoor ik Michael van Praag (1947) tegen zijn personal assistent zeggen als ons gesprek is afgelopen. Van Praag is dan ook vooral bekend als voorzitter van Ajax, maar de 'artiest onder de voorzitters' heeft in de zomer van 2003 afscheid genomen. Met zijn zus en neef is hij een bandje begonnen, waarbij Michael achter de drums zit en dansbare popmuziek uit de jaren zestig, zeventig en tachtig maakt.
Van Praag: "In de muziek ben ik een ander mens, dan ben ik absoluut helemaal mezelf, terwijl ik als voorzitter van een voetbalclub altijd een beetje een spel heb moeten spelen. Als vertegenwoordiger van de club wordt er een bepaald gedrag van je verwacht. Tijdens de wedstrijd entertain je mensen, je zorgt dat je ze herkend hebt om te laten zien dat ze belangrijk zijn. Als ik muziek maak, merk ik dat alles om me heen niet meer bestaat."
"Ik stam uit een muzikale familie. Max van Praag, de broer van mijn vader, was in de jaren vijftig een populaire Nederlandse zanger. Ook mijn neef Chiel en nicht Marga zijn bekende muzikale familieleden. Ik heb die muzikaliteit ook meegekregen. Omdat mijn vader van zijn ouders nooit een instrument heeft mogen leren bespelen, wilde hij graag dat zijn kinderen dat wel deden. Hij heeft ons min of meer gedwongen om op pianoles te gaan. Ik had een goede pianoleraar, maar het was alleen maar klassieke muziek. Op het moment dat ik me ging oriënteren op muziek wilde ik ook wel eens wat anders."
"Onder de dekens met een transistorradiootje luisterde ik als twaalfjarige op de middengolf stiekem naar Radio Luxemburg. Daar hoorde ik de Amerikaanse en de Engelse hitparade: The Everly Brothers, Elvis Presley en Fats Domino. Ik hou van melodieuze uptempo muziek. Als je kijkt naar de tijd van toen werd er inventiever omgegaan met populaire muziek dan nu. Er waren nog geen stromingen, die kwamen met The Beatles en The Stones. Daarvoor maakte men een liedje en dat liedje was leuk of niet."
Cabaret
Van Praag: "Bij het horen van de liedjes van Jules de Corte gebeurde er iets met me. Hij was in mijn jeugd een van de eersten die cabaretliedjes maakten. Daar voelde ik me toe aangetrokken. Maar van mijn pianoleraar mocht ik ze niet spelen. Zonder dat hij het wist, leerde ik mezelf begeleiden op de piano en zong ik de liedjes van Jules de Corte. Het Nederlands repertoire is er vanaf die tijd ingekomen en dat heeft er toe geleid dat ik me ben gaan toeleggen op het schrijven van cabaretteksten."
"Op bekende melodieën van Wim Sonneveld en Toon Hermans maakte ik mijn eigen teksten: kritisch op de leraar en de rector, de school en dingen die daar gebeurden. Samen met vriendjes voerde ik ze op school op. Dat viel erg in de smaak. Jaren later heb ik nog een tijd in de cabaretgroep Blamix gezeten. Daar was ik degene die de teksten maakte. Ik componeerde ook wat, speelde piano en zong mee. Die groep heeft het aardig gedaan. We zijn nog tweede geworden op het Camaretten in Delft."
"Het mezelf op piano begeleiden vond ik leuk en zo heb ik ook geprobeerd om populaire liedjes swingend op de piano te spelen. Ik kwam erachter dat ik dat nooit zo goed heb kunnen leren. Als je een echt klassieke opleiding hebt is het heel moeilijk om, als je dat al niet van jezelf hebt, te swingen op de piano. Op school kwam de leraar erachter dat ik een goed ontwikkeld ritmegevoel heb. Mijn handen zijn heel erg gecoördineerd en ik merk dat ik dat op piano ook heb, waardoor ik nooit een swingende pianist ben geworden. Met mijn muzikaliteit kwam ik heel ver. Als iemand me vroeg 'kun je dat nummer spelen' en ik wist hoe ik moest spelen, kon ik dat, maar nooit op een manier dat het de pan uit swingt."
Zonder drank, geen klank
Van Praag: "In het orkest Kwartet Kees Staats op de middelbare school ben ik gaan drummen en dat ben ik mijn hele middelbare schooltijd blijven doen. Het was een populaire-deuntjesorkest, met foxtrot en dat soort dingen. Wonderbaarlijk genoeg speelden we veel. Niet alleen op school, ook bij buurtverenigingen en op feestjes van de bakker en de slager."
"In Delft ging ik scheikunde studeren en werd ik lid van de Delftse Studenten Dansharmonie, een illuster jazzgezelschap dat alleen dixieland speelde. Dat was de muziek waar je toen mee voor de dag kon komen. Ondanks het feit dat ik niet kon swingen op de piano, werd ik dus dixielandpianist. Bij oude jazz is het begeleiden van de nummers heel basic en dat kon ik wel aardig. Alleen mijn solo's waren niet goed, maar dat maakte niet uit, want we waren toch dronken. Het publiek, ook dronken, vond het fantastisch. Een aloud gezegde van ons is 'zonder drank, geen klank'. De gage bestond altijd uit twee kratten cola en twee flessen rum op het toneel."
"Op het moment dat er betere pianisten kwamen, ben ik bas gaan blazen. Dat heb ik mezelf ook aangeleerd. Als muzikant kan ik behoorlijk meekomen op diverse instrumenten, maar geen enkel instrument beheers ik tot in de finesses."
"Het bedrijf waar ik nu eigenaar van ben, heb ik van mijn vader overgenomen, maar toen ik bij mijn vader in de zaak kwam, was het nog een grammafoonplatenwinkel. Als je in zo'n winkel werkt, heb je ook de gelegenheid om naar allerlei soorten muziek te luisteren. Het gevolg daarvan is dat ik een heel brede muzikale smaak heb en in die tijd maakte het me dan ook niet zoveel uit wat ik speelde, als ik maar speelde."
Van Praag: "Toen ik in de winkel op Schiphol ging werken, heb ik met de jurist van Schiphol het orkest Airport Convention opgericht. Een dansorkest met een breed repertoire van covers uit de hitparade tot Zuid-Amerikaans. Die band heeft het druk gekregen. Elke week traden we op. Doordat we een luchthavenorkest waren, was er een link met de KLM en die had elk jaar in het buitenland een Hollandse dag, waar klanten en relaties werden uitgenodigd. Daar werden wij vaak uitgenodigd."
Artiest onder de voorzitters
Van Praag: "Bij mijn aantreden als voorzitter van Ajax heb ik al mijn muziek moeten staken. Door mijn manier van praten en het gebruik van metaforen uit de muziek, ben ik door collega's altijd de artiest onder de voorzitters genoemd. Als je tien net van het conservatorium afgestudeerde muzikanten, die stuk voor stuk waanzinnige individualisten zijn en fantastisch kunnen spelen, bij elkaar op een podium zet, heb je nog geen lekker orkestje. Muziek en voetbal is hetzelfde als het om team performance gaat."
"Nu zit ik weer volop in de muziek. Voordat ik bij Ajax kwam, kon ik vloeiend Chopin spelen. Dat heb ik weer opgepakt en het zit nog steeds in mijn hoofd, maar het gaat voor geen meter op het ogenblik. Mijn vingers kunnen het niet meer, hoewel ze wel weten welke kant ze opmoeten."
"Ik vind romantische pianomuziek en met name Chopin heel mooi. Op Bach ben ik verzot, hoe het in elkaar zit is bijna wiskunde. Het feit dat je bepaalde noten vast moet houden en dat daar dan een melodie onder doorgaat. Mozart vind ik helemaal niks, teveel gepriegel."
Ambitie
Van Praag: "Rekening houdend met mijn leeftijd heb ik niet meer de ambitie iets te bereiken waarbij Ahoy aan onze voeten ligt. Ik heb met muziek altijd wel dat het goed moet zijn. Voor elk repertoire dat je speelt, geldt dat het af is. Het moet mooi klinken. Met mooi klinken bedoel ik dat iedereen weet wat hij doen moet en dat de geluidsinstallatie berekend is op wat je speelt. Ik hoor vaak goede bandjes en dan staan ze daar met een vervormende geluidsinstallatie. Hard is niet erg als het maar onvervormd hard is. Dat bedoel ik met mooi."
"Wat je zo vaak ziet... met Ajax ben ik vaak uitgenodigd voor partijen waar artiesten optraden. Dan komt daar een willekeurige artiest met een geluidsinstallatie en een geluidsman, die dan achter de boxen gaat staan. Dan hoort hij het al niet meer. Doordat ze er zo dicht opstaan, hebben ze volgens mij ook negen van de tien keer een gehoorbeschadiging. Ze horen niet meer dat het staat te vervormen en dan gaat zo'n optreden helemaal de mist in. Dat vind ik zonde en omdat ik al bekend ben en er daarom anders naar je wordt gekeken, kan ik me dat niet permitteren. Als wij gaan optreden, willen we iemand die goede oren heeft, die zorgt dat het goed klinkt. Dat vind ik voorwaarde nummer één."
"Ik ken mijn plaats wel. De groepen waar ik nu in speel, vallen of staan met de beroepsmuzikanten die erin zitten. Het is wel een verschil of je een beroepspianist hebt of Michael van Praag achter de piano. Ik ben en blijf een amateur."
Naast Michael van Praag (een verkorte versie) komen in het boek onder andere Def P. Jacqueline Govaert, Tim Akkerman, Cesar Zuiderwijk, Birgit Schuurman, Paul de Leeuw, Connie Palmen en Paul van Loon aan het woord.
'Gevoelige snaren', ISBN 9022988937, A.W. Bruna Uitgeverij, Prijs € 9,95
Uitgeverij Bruna doneert van elk verkocht exemplaar EUR 4,50 aan War Child. Een van de doelstellingen van War Child is het opzetten van programma's die gericht zijn op het bijeenbrengen van kinderen, die door de oorlog uiteengedreven zijn. De therapeutische workshops, waarbij gebruik wordt gemaakt van creatieve middelen als muziek, drama, tekenen en sport, zijn erop gericht kinderen vaardigheden te leren, waarmee zij hun oorlogsherinneringen kunnen verwerken.
» Bezoek de website van War Child
» Bezoek de website van Uitgeverij Bruna
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/709/muziek-geeft-een-gevoel-van-verbondenheid/7558/
Meer op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/709
Deel dit artikel: