Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Even heb ik geaarzeld of ik er wel over kon schrijven. Over de afgelopen week verschenen cd Kraakgeluiden: Document 1. Ik sta er namelijk zelf op. Niet als muzikant of componist. Niet als producer of anderszins belanghebbende. Alleen met drie regels tekst in het cd-boekje. Dat was mij gevraagd. Omdat ik – blijkt uit onverdacht statistisch onderzoek – de meest frequent bezoekende muziekjournalist bij de Kraakgeluidenconcerten blijk te zijn geweest. Maakt dat mij partijdig? Ik ging er heen uit enthousiasme voor wat er gebeurde, meer niet.
De Kraakgeluiden sessies zijn al sinds eind 1999 zo'n beetje het best bewaarde muzikale geheim van Amsterdam. Iedere maandagavond spontane electro-improsessies aan de frontlinies van het muzikale spectrum. Deelnemers behoren niet zelden tot de wereldtop. Als ze in Amsterdam zijn slaan ze een uitnodiging voor een avond kraaklaboratorium niet af.
Het begon destijds in de – in retrospectief – legendarische Kalenderpanden aan het Entrepotdok. Toen die eind 2001 ontruimd werden verplaatsten de kraaksessies zich naar de ook al gekraakte voormalige Filmacademie aan de Overtoom, OT301. En omdat daar op dit moment verbouwd wordt is er uitgeweken naar Zaal 100 in de De Wittenstraat om wekelijks electroklanken te kraken.
Kraakgeluiden bezoeken is je begeven in de ketel waar uit geruis en geluid 'muziek' ontstaat. Soms blijkt het recept niet in orde, soms worden de verschillende ingrediënten in de verschillende verhoudingen bij elkaar gevoegd. Dan luister je inderdaad alleen maar naar loos 'geluid'. Een poging tot muziek die nooit muziek wordt.
Maar werkt het wél, dan is de ervaring ook bijna euforisch. Dan voel je dat je getuige bent van muziek die nooit eerder gemaakt is. Improviseren is immers iets wezenlijk anders dan "jammen". Bij een jamsessie zijn de muzikanten aan het zoeken tot ze op gezamenlijk bekend terrein komen. En dan barst de party los. Improvisatoren daarentegen pionieren bij voorbaat op onbekend muzikaal terrein. Het is nooit muziek van "herkenning", alleen van "ontdekking". Iedere sessie is weer een expeditie naar ongekende klankgebieden en harmonieën.
Dat dat nergens zo fanatiek gebeurt als onder musici die actief zijn met elektronica is niet verbazingwekkend. Het is een terrein dat nog voor een groot deel open ligt. En het is ook muziek waar mensen met een klassieke, jazz- en rockachtergrond elkaar weten te vinden. Eveneens verklaarbaar. Elektronische muziek bestaat al meer dan een halve eeuw, maar pas sinds een jaar of tien is er de laptop als handzaam muzikaal gereedschap met ongekende mogelijkheden. Musici vielen vanuit verschillende disciplines direct op het koffercomputertje aan. Verschillende achtergronden, verschillende muzikale bagage, maar er ontstond toch een soort muzikaal Esperanto.
Waarmee ik overigens niet wil zeggen dat de Kraakgeluiden alleen over laptops gaan.
De rockwereld is tegenwoordig vergeven van de klagende bandjes. Ze kunnen nergens spelen. De clubs gaan steeds commerciëler programmeren en bij kroegen moeten ze je alleen als je covers speelt, hoor je dan. Als beginnende rockgroep kun je nergens meer terecht, hoor je dan.
Eind jaren zeventig, bij de opkomst van de punk en de wave was dat wel anders. Toen creëerden de bands hun eigen podia. In kraakpanden, buurthuizen, noem maar op. De huidige generatie beginnende rockmuzikanten – althans een belangrijk deel ervan – lijkt echter overvallen door een totale lamlendigheid waar het het nemen van initiatieven betreft. Ongetwijfeld het gevolg van een overdosis aan "marktgerichte opleidingen" die de jongeren van vandaag volgen. En met marktgerichtheid kom je natuurlijk nooit ergens in de rock-'n-roll. Maar dit terzijde.
Het pikante in dit geval is dat juist de jazz-, impro- en electromusici op dit moment wel die initiatieven nemen, eigen podia creëren en zo een nieuwe 'underground' scheppen. Het zijn de musici waarvoor omtrent de jaren zeventig "officiële laboratoriumpodia" als BIMhuis, IJsbreker en ook Paradiso in het leven werden geroepen, maar die diezelfde laboratoria van gisteren nu zo geïnstitutionaliseerd hebben zien worden, dat er voor echte experimenten aan de frontlinies geen ruimte meer is.
Wat mij weer terug brengt bij de Kraakgeluiden. In vier jaar tijd zullen er – uit de losse pols gerekend – zo'n honderdveertig tot honderdvijftig sessies geweest zijn. Dat heeft pakweg evenzoveel uur aan muzikale terreinverkenning opgeleverd. En vanaf het begin draaide er vrijwel altijd een minidiskje mee. Uit die opnamen is nu Kraakgeluiden Document 1 samengesteld. Twaalf uiterst levensvatbare kwakjes impro – samen tweeënzeventig minuten.
Veel van de improvisaties zijn zo abstract, dat het visuele aspect noodzakelijk is om de zaak een beetje genietbaar te kunnen maken. Dat dacht ik althans vaak als ik als bezoeker aanwezig was. Des te verrassender ben ik nu ik hoor hoe goed de geselecteerde fragmenten op cd werken. Het album begint zelfs bijna "rock-'n-roll" met de nerveuze gitaar van Ex-man Andy Moor – al is het een type ontregelde rock-'n-roll waar zelfs iemand als Jon Spencer een hartverzakking van zou krijgen. En als na twee minuten Cor Fuhler en Colin McClean zich er met hun elektronicadozen mee gaan bemoeien gaat het linea recta de noise-jungle in.
Bij laptopper en componist Yannis Kyriakides en no-input mixerpiloot Marko Ciciliani blijft vervolgens het hele klankbeeld echter bijna tien minuten lang ijl en sereen. Sommige stukken neigen meer richting jazz – bijvoorbeeld als slagwerker Michael Vatcher zich er mee bemoeit. Op andere momenten neigt het geluid weer naar ambient en in één sessie waar drummer Steve Heather zich erin mengt zit zelfs een regelrechte swing.
Iedere track bespreken heeft geen zin – iedere luisteraar ervaart deze muziek toch weer anders. Regelmatige Kraakdeelnemers als fluitiste Anne LaBerge, huidige Ex-bassiste Rozemarie Heggen, stemkunstenaar Jaap Blonk, kortegolfnoise-specialist Gert-Jan Prins, rietblazers Ab Baars en Tobias Delius en trombonist Hilary Jeffery zijn in ieder geval allemaal vertegenwoordigd. Binnenkort beginnen ze weer in Zaal 100. De Kraakgeluidensessies. Iedere maandag met vijf, tien of een enkele keer twintig bezoekers. En reken maar dat daar over pakweg twintig jaar over gepraat wordt zoals men dat nu doet over die legendarische sessies in de Parijse jazzkeldertjes van de jaren vijftig.
Kraakgeluiden Document 1 is verschenen op Unsounds
Bezoek de site van Kraakgeluiden
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/709/kraakgeluiden-wie-kraakt-die-blaakt/3970/
Meer op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/709
Deel dit artikel: