Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het is een stille zaterdagmiddag in een door God en de economie verlaten kantoorpand in Rijswijk, nu een atelier van talentvolle Haagse kunstenaars. De lift doet het niet. Dus sjokken we een serie steile treden op, achter de op zwarte adidassen zwevende Melle de Boer, zanger en songschrijver van de John Dear Mowing Club. Omdat we weten hoe goed Melle kan zijn en hoe diepgravend de wereld is die hij in zijn teksten oproept, zijn we kritisch als hij een keer onder de maat presteert. Zoals bij een recent concert in Utrecht. Kom dan gewoon eens praten, stelde Melle voor.
Wat een geweldige werkruimte heb je hier.
Soms neem ik 's avonds liedjes op in dit atelier. Ik dacht altijd dat muziek maken iets was voor ernaast, naast de beeldende kunst. Toen ik de kunstacademie volgde, was ik behoorlijk serieus. Wat ik maakte werd opgepikt door galerieën. Muziek, dat deed ik ernaast. Totdat de eerste plaat van Smutfish uitkwam. Die sloeg meer aan dan ik had verwacht. Ik dacht dat ik obscuur bezig was voor een kleine groep. Toen Lawnmower Mind verscheen ben ik een beetje meegezogen in het enthousiasme waarmee Smutfish onthaald werd.
Vóór een debuutplaat zit een heel leven. Een tweede plaat is dan vaak gewoon de opvolger, waar minder tijd in is gaan zitten.
De tweede cd Through a Slightly Open Door had ik anders moeten doen. Ik ben meegegaan met een manager. Het hele verhaal is te lang om helemaal door te nemen. De tweede is zonder poespas gemaakt, sober en een stuk zwaarder. Mensen waren er wel enthousiast over. Ik heb het minst met die cd. Hoewel het de enige cd is waar ik soms nog naar luister.
Lawnmower Mind, de eerste plaat, maakte je in een soort vacuüm, schijnbaar zonder roots of afkomst. De plaat werd juichend ontvangen. Waarom knalde die plaat er bij veel mensen in?
Ik denk dat er in Nederland in dit genre van lofi, sombere country nog niet iets was wat echt de moeite waard was. Dit was misschien de eerste cd waarvan de liedjes gewoon goed waren. Teksten goed, muziek goed. Dat was er nog niet. Er zijn raakvlakken met Hallo Venray, naar wie ik toen luisterde, maar wij gingen een grens over in een genre dat hier niet was. Naargeestig? Zo voelt het voor mij niet, het is alleen niet gemaakt om mooi gevonden te worden.
Is Lawnmower Mind de Nederlandse versie van wat The Band in The Big Pink uitspookte? Gewoon lekker samenspelen in een landhuis, zonder besef van een plaat die gemaakt moet worden?
Ja. Dat is een band die me heel erg raakt. Dat was toen zo supergoed.
Dat hadden we nog niet in Nederland.
Dat is het ja. Ik dacht dat het contrast groot zou zijn toen we de tweede plaat in een studio opnamen en dan nog in zo'n nare, dure studio. We konden de plaat uitbrengen bij Munich, dat konden we niet laten lopen. Uiteindelijk heeft niemand er iets mee gedaan. Een plaat moet eerst aanslaan voordat een platenmaatschappij er iets mee gaat doen. Maar mij gaat het om meer dan de muziek. Ik ben bezig met een soort autobiografie. Al die cd's zijn losse hoofdstukken. De tweede was gewoon een volgend hoofdstuk.
Als je alle schakeltjes bekijkt, wordt het steeds meer Melle alleen.
De derde cd, John Dear Mowing Club, hebben we in Duitsland opgenomen met een heftige producer die de hele tijd schreeuwde hoe het moest. Ik vond dat prachtig. Hier werd echt geproduceerd. Ik vind het fijn als mensen zeggen hoe ik het moet doen, dan hoef ik daar niet zelf over na te denken. Het resultaat staat wel verder van me af. Maar het was een mooi avontuur, anderhalve week die ik nooit zou vergeten.
Met Melleville komt beeldende kunst en muziek weer samen. Je zegt ergens dat je een liedje hebt geschreven nadat je klaar was met de tekening.
Ja maar die tekening staat niet in het boekje bij de cd. De tekeningen in het boekje heb ik heel snel gemaakt. Commodore 64-tekeningen, afgeleid van de spelletjes van die oude computer. Er zit wel gelijkenis in het schrijven van liedjes en de manier van opnemen en hoe ik de tekeningen maak. In het niet willen behagen. Lelijke tekeningen maken. Het is vrij grof allemaal, ruw en niet uitgewerkt. Dat heb ik met die liedjes net zo gedaan. Natuurlijk kunnen de liedjes gearrangeerd worden met prachtige dingen erbij maar dit is hier niet aan de orde.
Je lijkt inmiddels je vorm te vinden. Voorbij de woede en angst. Niet echt een beroemdheid word je, niet de Nederlandse Neil Young. Maar je hebt de vrijheid gevonden om iets moois te maken. Voel je dat ook zo of ben je er nog niet?
Nee nog helemaal niet, maar het is wel de vrijheid die ik wilde toen ik met de eerste cd begon. Zo wilde ik het, zoals ik het nu heb.
Nu nog de waardering, de verbinding met andere mensen.
Als ik liedjes zing, moet de zaal eigenlijk wel volstaan. Als ik mensen hoor zeggen: wat is dit en waarom heb ik hier nog nooit van gehoord, dan kan ik dat niet uitstaan. Ik begrijp wel dat dit een niche is, maar toch kan ik het niet uitstaan als mensen nog niet van mijn muziek gehoord hebben.
http://www.kindamuzik.net/interview/melle-de-boer/melle-de-boer-schrijft-zijn-autobiografie-in-muziek/20546/
Meer Melle de Boer op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/melle-de-boer
Deel dit artikel: