Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het verhaal begint in 1996 in Humo's Rockrally. Arid wordt bejubeld als hét nieuwe Belgische talent en veel journalisten herkennen het stemgeluid van Jeff Buckley in de ietwat hese en bijzonder virtuoze trillers van de jonge Steverlinck. De band brengt debuutalbum Little Things of Venom uit en speelt maar liefst drie keer op Rock Werchter. Met de opvolger All Is Quiet Now uit 2002 breidt het succes zich uit buiten Vlaanderen: de plaat leidt tot een internationale tour en naamsbekendheid in Frankrijk en Nederland.
Maar dan slaat het noodlot toe: in 2005, nadat Jasper Stevelinck solo is gegaan en coverplaat Songs of Innocence uitbrengt, krijgt hij te horen dat hij toxoplasmose heeft. Hij is een jaar uit de roulatie. Maar zoals dat in Hollywoodproducties meestal het geval is, komt alles weer goed, en veert de jonge held terug op, sterker dan ooit. In 2008 is Jasper Steverlinck genezen en pikt hij de draad weer op met Arid. Het resultaat is All Things Come in Waves. Hoog tijd dus voor een gesprek met de hoofdrolspeler van dit dramatische verhaal.
"Een mens moet koppig durven zijn. "
Steverlinck : "Man, toen we met Arid net bekend werden in de Rockrally had ik geen flauw idee wat ik moest doen. En dan bedoel ik niet alleen op het podium, waar ik meestal wat stond te klungelen als frontman. Maar ook muzikaal : wij speelden gitaar zonder te weten welke akkoorden we gebruikten, laat staan dat we al van toonaarden hadden gehoord. Ik herinner me zelfs dat ik daar graag een beetje smalend over deed. Ik ging ervan uit dat alle technische kennis nutteloze bagage was, dat muziek maken louter gebaseerd was op een idee dat je in je hoofd kunt horen en dat je dan moet ombouwen tot een nummer dat je live kunt spelen."
Inmiddels heeft Steverlinck wel wat bijgeleerd, maar zijn onbevangen houding blijft: "Nu ik de basis ken van een groot deel muziektheorie heb ik ontdekt dat een mens zijn zin moet doen. Die lessen hebben er helemaal niet voor gezorgd dat ik nu anders naar muziek kijk, of op een andere manier componeer… de weg tussen wat ik in mijn hoofd hoor en het nummer dat ik er uiteindelijk mee wil maken is gewoon veel korter geworden. En helderder verlicht misschien."
Ook in zijn platen wil Steverlinck het ongedwongen gevoel van een live-optreden vasthouden. "Vroeger speelde ik een nummer op piano en werd er achteraf een echte pianist naar de studio gebracht om het nummer in te spelen. Foutloos, omdat ik dat niet kon. Voor deze plaat deed ik meer dan ooit mijn zin. Een mens moet koppig durven zijn."
Minder gepolijst
Voor All Things Come in Waves nam Arid een andere producer in de arm, wat leidde tot een meer experimentele manier van opnemen. "We hebben een maand lang op het podium van een cultureel centrum gespeeld, zoals we dat live zouden doen. Niet alleen voelen de songs nu echt organisch aan, we gingen ons ook weer thuisvoelen op het podium. Na die maand zat de plaat in elkaar en hadden we een massa opnames nog voor we een voet in de studio hadden gezet."
"In plaats van de perfectie die we lang hebben nagestreefd met vorige platen, kies ik nu voor echt en natuurlijk. Het meeste dat je nu op de plaat hoort is materiaal dat we hebben opgenomen tijdens de repetities : ruw, rauw, minder gepolijst: minder perfect, maar met meer energie."
"Muziek maken is een metier."
"Er zijn een aantal momenten in de loop van mijn carrière waarop ik heb geleerd hoe het vak van de muzikant in elkaar zit. Bij de tweede plaat van Arid heb ik een hele periode niets gedaan. Ik was lui en besteedde de meeste tijd aan filosoferen over wat ik zou gaan doen. Zinvol, maar vreselijk gevaarlijk. Het is goed na te denken over wat je wilt gaan doen, maar uiteindelijk moet er ook iets gebeuren. Muziek maken is niet alleen dat ijle, filosofische, etherische bijna. Het is ook gewoon gaan zitten en werken. "
Bij een ontmoeting met Randy Newman krijgt Steverlinck een bruikbaar advies: "We praatten een hele tijd over muziek en het vak van de muzikant. Hij was het die me zei : 'Play and write songs every day.' En dat ben ik gaan doen. "
"Muziek maken is een metier, het is een vak. Ik ben iemand die moet spelen. Elke dag ga ik naar mijn atelier. Daar schrijf ik en tijdens dat schrijven laat ik me helemaal gaan. Ik laat komen wat komt en ik neem alles op. Zonder nadenken. Pas wanneer het nummer min of meer zijn vaste vorm heeft gekregen, treed ik op als mijn eigen strengste criticus. Dan gooi ik massa's materiaal weer weg. Maar dat maakt niet uit. Een schrijver schrapt, een timmerman gooit zijn mislukkingen in de haard en de bakker voor de vogels."
"Toen ik ziek werd, ben ik vaak met mijn eigen grenzen geconfronteerd. Ik was zo moe dat ik mijn bed naar de benedenverdieping heb verhuisd omdat ik de trap niet meer op kon. Van de drang om muziek te maken blijft dan weinig over, je denkt gewoon aan het doorkomen van de dag. Ik heb erg aan mezelf getwijfeld. Zal ik ooit nog spelen, zal ik nog toeren, ben ik het schrijven straks niet kwijt, of afgeleerd? Maar het metier was ik niet afgeleerd, ik moest gewoon geduld hebben, vertrouwen in het feit dat ik binnenkort weer zou gaan spelen. Het klinkt idioot maar ik heb wel beseft wat wel en niet van belang is in mijn leven. En muziek was dat zeker."
"Blij om terug te zijn."
"Je kunt je niet inbeelden hoe heerlijk het is weer te kunnen spelen met Arid. Het is fantastisch! Ik weet ook dat mijn gedrag als frontman de band én het publiek op sleeptouw neemt. Vroeger dacht ik veel meer na bij wat ik deed of zei. Nu doe ik alles naturel. Het klinkt gek, maar sinds ik ziek ben geweest en maanden niet heb gespeeld ben ik gewoon blij als ik kan spelen. De plaats of het aantal verkochte kaarten maakt me minder uit. Ik geef alles en het publiek geniet daar net zo van als ik."
Bij een optreden laatst in Charleroi lijkt alles te kloppen: "Het publiek reageerde op elke kleine nuance, op elke beweging die ik maakte, elke noot die ik zong." Steverlinck besluit het publiek in te springen om nog dichter bij zijn fans te zijn. "Op het moment dat ik helemaal achterin de zaal kom, stap ik op twee mannen af en zie dat ze een stel kaalgeschoren ruwe bonken zijn. Eerst dacht ik dat ze beveiligers waren of relschoppers, maar op het moment dat ze me zien, verdwijnt de frons op hun gezicht en gieren ze het uit. Tien tellen later word ik door Aridfans in bomberjack de lucht in getild en hoor ik hen elk woord van het nummer meeschreeuwen! Je kan je niet inbeelden hoe blij ik ben terug te zijn."
http://www.kindamuzik.net/interview/arid/arid-is-blij-om-terug-te-zijn/20184/
Meer Arid op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/arid
Deel dit artikel: