Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
"Je moet wél muziek uit 2009 maken", zegt Ferdinand Bakker op de vraag of Alquin aansluiting met jongere generaties belangrijk vindt. "Zelf hebben we het idee dat we dat doen. Ook U2 of Muse vinden dat ze platen moeten maken. In mijn ogen zijn die platen ook gerechtvaardigd." Dikwijls staan vooroordelen aansluiting in de weg, aldus de goed geconserveerde gitarist/componist. "Iedereen weet dat wij gemiddeld rond de zestig zijn. Mensen denken dan: 'Dat is vast iets van vroeger'. Bij het beoordelen van muziek zou het standaard moeten zijn dat je ernaar luistert zonder te weten wat het is."
Platencontract
Maar ja, Alquin heeft nu eenmaal een geschiedenis. Dankzij albums als The Mountain Queen en Nobody Can Wait Forever plus een solide livereputatie geldt de groep, opgericht door een aantal studenten aan de Technische Hogeschool in Delft, als een van Nederlands beste bands uit de jaren zeventig. Als hulpjes maken ze in 1970 het geruchtmakende Holland Pop Festival in Rotterdam van dichtbij mee. Bakker: "Ik zag The Flock en zo ben ik viool gaan spelen. Maar het was vooral ontdekken dat dingen live konden. Pink Floyd bijvoorbeeld met 'Set the Controls for the Heart of the Sun'. Of Santana met al die percussie: gewoon inpluggen en spelen."
Met eigen repertoire sleept het zestal vervolgens bij Polydor een platencontract in de wacht. Bakker: "Als producer konden we kiezen tussen Boudewijn de Groot en Hans van Oosterhout. Die laatste vonden we een stuk spannender. Hij had Supersister gedaan. Dat klonk al als Soft Machine." Het resultaat is Marks dat eind 1972 verschijnt en, voorzien van een andere hoes, ook in het Verenigd Koninkrijk uitkomt. Het jaar daarop staat de band op Pinkpop en neemt men in Londen met producer Derek Lawrence de opvolger The Mountain Queen op. Bakker: "Toen ging het ineens hard. Later hoorde ik dat Polydor ook wel geld had om in dingen te investeren. Ze hadden namelijk als kip met de gouden eieren James Last, dus konden ze het zich permitteren risico te nemen met nieuwe projecten."
Ondanks tv-optredens in The Old Grey Whistle Test en tourtjes, onder meer met de Golden Earring, blijft een doorbraak in het Verenigd Koninkrijk uit. "Golden Earring was daar natuurlijk toch een stuk groter," licht Bakker toe. "Die hadden met 'Radar Love' een top 10-hit. Maar we hebben wel dat hele circuit gedaan. Als ik nu die plekken zie waar we gestaan hebben, vind ik dat een mooie lijst."
Zanger
"We vonden dat we een goede zanger nodig hadden", zegt hij over de komst van Amsterdammer Michel van Dijk, eerder actief bij onder meer Les Baroques en Ekseption. Met interne verschuivingen en een muzikale koerswijziging richting compacte funkrock als gevolg. Een kwestie van druk van een platenmaatschappij op jacht naar hitsucces? Bakker: "Voor ons was singleverkoop nooit zo belangrijk. We verkochten op live-reputatie en op albums. Televisie kregen we toch wel en natuurlijk zaten we ook in de elpeeprogramma's. We hebben twee keer een 'Holland Tour' gedaan. Dan speel je in veertig tot vijftig schouwburgen. Die zaten allemaal vol."
In 1975 is de gruizige stem van Van Dijk te horen op het in Wales opgenomen Nobody Can Wait Forever, volgens velen het definitieve Alquin-album. "Nummers als 'Revolution's Eve' en 'New Guinea Sunrise' zijn meteen herkenbaar", zegt de zanger/tekstschrijver. "Mensen noemen dat hét Alquingeluid. Ook door de manier waarop die nummers geschreven zijn. The Mountain Queen was veel complexer en nam meer wendingen." Bakker ziet het anders: "Ik denk dat het andersom is. Het klinkt misschien simpeler, maar het was veel complexer. Het is alleen meer gecondenseerd."
In navolging van bands als Focus en Golden Earring maakt Alquin zich daarna op voor een poging voet aan de grond te krijgen in Amerika. Nobody Can Wait Forever krijgt via RCA een Amerikaanse release, maar een tournee gaat op het laatste moment niet door. "Dat was wel vervelend", zegt Bakker droogjes. "We wisten namelijk al waar we zouden spelen." Of het de groep uiteindelijk ook de das heeft omgedaan, durft hij niet te zeggen. "Maar het effect ervan was dat er geen stijgende lijn meer in zat. In de muziek misschien nog wel, maar Nederland bleef zo ons werkgebied. Ja, en als je voor ogen had naar Amerika te gaan, ontstaat er vervlakking en ga je je afvragen wat je aan het doen bent." Na het studioalbum Best Kept Secret en een liveregistratie gooit Alquin in 1977 met een overzichtscompilatie de handdoek in de ring.
Reünie
Halverwege de jaren negentig doen vijf leden van de succesbezetting uit de jaren zeventig, aangevuld met een nieuwe bassist, een serie reünieoptredens om in het nieuwe millennium opnieuw bij elkaar te komen. Nu ook voor geluids- en beelddragers zoals een registratie van een liveoptreden in De Boerderij in Zoetermeer. De dubbelcd/dvd One More Night bevat het nieuw geschreven 'Sweet Surrender'. "Toen dat klaar was," zegt Van Dijk, "hebben we overlegd of we verder zouden gaan. Voorwaarde daarbij was wel dat we niet alleen oud materiaal tot in den treure zouden blijven herhalen." Bakker: "Dat merk je bij bands die alleen maar hun oude successen spelen: je mist het enthousiasme, want de uitdaging is weg."
Een nieuw album, Blue Planet, is het resultaat en verschijnt in 2005. Echt tevreden lijkt het tweetal pas met de opvolger Sailors and Sinners. Van Dijk: "Ik vond die vorige cd hartstikke goed, maar we hebben ons zelf beperkingen opgelegd. Alquin kan veel breder zijn dan dat. Dat was nu dan ook ons streven." Met dank aan de fans die het album hebben meegefinancierd. Een idee dat tijdens de vorige theatertour is ontstaan, vertelt Bakker. "Mensen konden vanaf 25 euro meedoen. Dan kregen ze de cd ook thuisgestuurd. Uiteindelijk sponsorden ze dus zo'n vier euro. Maar het gaat om het idee: dat geeft een band."
"Ik kan me heel goed voorstellen dat mensen denken dat het een conceptalbum is," zegt van Dijk, "omdat het een duidelijke weergave is van een bepaalde periode waarin we die liedjes geschreven, gearrangeerd en opgenomen hebben, maar het klopt niet helemaal." Mede dankzij de tekstuele inbreng van zanger/drummer Job Tarenskeen heeft de plaat, waarop ook de Amerikaanse dichter-activist John Sinclair te horen is, een maatschappijkritische ondertoon. En ja, het titelnummer is geheel in Alquinstijl een lang uitgesponnen, vijfdelige suite met veel tempowisselingen, hoewel de rest ruimschoots onder de tien minuten blijft. Bakker: "Het wisselt steeds. Precies zoals het eigenlijk altijd is gegaan: een nummer is zolang als het is."
Beeld geheel boven en onder: Rens Plaschek
http://www.kindamuzik.net/interview/alquin/alquin-heeft-nog-altijd-zin/19358/
Meer Alquin op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/alquin
Deel dit artikel: