Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Sommige muzikanten negeren gewoon het bestaan van de platenindustrie met bijbehorende faciliteiten zoals distributie en promotie. En wat nu als de muziek van zo'n band toch heel bijzonder is, nagenoeg een nieuwe muziektaal verwezenlijkt met eigen kenmerken en omstandigheden? Tja, dan mag je gerust spreken van een bijzondere gebeurtenis. Erg gemakkelijk maken ze het de luisteraar niet, The No-Neck Blues Band. Wie de rudimentaire klanken voor het eerst hoort fronst de wenkbrauwen en maakt mogelijk een afwerend gebaar. Maar hoeveel dovemansoren hebben niet meewarig het hoofd geschud èn afgewend toen ze voor het eerst de atonale composities van Arnold Schoenberg hoorden, de bebop van Dizzy Gillespie of de freejazz van Ornette Coleman? Figuren die inmiddels te boek staan als legendarisch en invloedrijk. Het helende werk van de tijd plaatste hun oeuvre alsnog met terugwerkende kracht in de juiste context.
TEGENSTELLINGEN
Thurston Moore van Sonic Youth en popjournalist Byron Coley geven midden jaren negentig het eerste zetje. Het duo is onder de indruk van de dan nog vrijzinnige experimenten van The No-Neck Blues Band. Om de band op weg te helpen richten Moore en Coley het label Ecstatic Yod op. Na een single in 1995 verschijnt een jaar later de debuut-lp; het begin van een in relatieve stilte verstrijkende geschiedschrijving. De door de multi-instrumentalisten David Nuss en Keith Connolly opgerichte zevenmansgroep uit Brooklyn koestert angstvallig zijn status van cultband. Musiceren volgens een beproefd recept is er dan ook niet bij. The No-Neck Blues Band, ook wel aangeduid met NNCK, is vanaf het begin synoniem aan improvisatie, intuïtie en associatie. Muzikaal vakmanschap is niet van belang. De groep confronteert met tegenstellingen, die elkaar desondanks niet bijten maar dulden. De traditie van de “raw primitive”, zoals gitarist John Fahey de folk en blues van begin vorige eeuw duidde, tegenover freakout-psychedelica, waarin trommeltjes, gitaren, blaasinstrumenten, vervormde elektronica, viool en zang onderonsjes spelen. Maar er is meer. The No-Neck Blues Band is niet zomaar uit de lucht komen vallen. Per Anthology Of American Folk Music openbaarde Harry Smith de verborgen Americana; Terry Riley en Steve Reich experimenteerden met Indiase muziek; Harry Partch maakte vervreemdende muziek per zelfgemaakte instrumenten; lo-fi folk werd door Holy Modal Rounders en The Fugs gespeeld alsof ze de eerste punkers waren en nadien mêleerden cultband Kaleidoscope en alchemist Angus MacLise (heel even Velvet Undergrounddrummer) alles tezamen in een inferno van etnologische hoogstandjes. NNCK volgt de route van deze pionierende Amerikanen die een verband leggen tussen folk, transcendente kunst en uitheemse muziek. NNCK is dan ook een samenvatting van al het voorafgaande, maar wie een van hun platen draait vermoedt dat men nog bezig is met het stemmen van de instrumenten. Niets is minder waar: The No-Neck Blues Band is al lang begonnen! Een recensent verwoordde het als volgt: "These tranquil interludes often end up exploding into pagan orgies of wild reeds and catfight-in-a-kitchen percussion, with the band speaking in tongues and testifying like possessed madmen".
OBSCUUR
Een ander opvallend trekje: The No-Neck Blues Band wentelt zich in obscuriteit. Met het geven van interviews zijn de bandleden nogal terughoudend. Aan een emailinterview leveren alle muzikanten een bijdrage, maar stellen als voorwaarde anoniem te willen blijven. De antwoorden zijn cryptisch, doorspekt met mystieke metaforen of ronduit vaag. Over het geven van interviews is men in elk geval vrij duidelijk.
NNCK: "Verzoeken om informatie worden op prijs gesteld. We geven er de voorkeur aan onze identiteit te bewaren in plaats van toe te geven aan de vreemde mechanismen van trendmakers. Soms zijn foto’s voor de hand liggend. In het algemeen beschouwt men fotografie als een sociale variant op de eeuwigheid. Koppig als we zijn doen we ons zelf een plezier door vooruit te blikken naar een nieuw publiek en benadering in plaats van de vijftien minuten beroemdheidsklok te laten tikken."
Wie de groep in levende lijve wil aanschouwen moet een beetje geluk hebben. Optredens zijn soms gratis en worden doorgaans via mond-tot-mondreclame “aangekondigd”. Bij voorkeur speelt de groep in achterafclubs, op het dak van een appartement of in ateliers van bevriende kunstenaars. En anders tref je ze in The Hinthouse in Harlem, de door de band opgerichte tentoonstellingsruimte annex bijeenkomst voor cultuuruitingen. Concertopnamen verschijnen naderhand op het eigen Sound @ One-label; in verpakkingen waar de huisvlijt vanaf spat. Beperkte de bekendheid van de groep zich tot de avantgardejazz-scene van Brooklyn en Harlem, sinds een cd verscheen op het Revenantlabel wordt de cultstatus flink op de proef gesteld.
NNCK: "Misschien is voor ons de tijd van het oogsten aangebroken, maar we zien onszelf als een muziekgroep, niet als een groep afgewezen figuren die onderdeel zijn van reeks tragische, cultureel diabetische amputaties."
GEBRANDMERKT
Eind 2001 verschijnt Sticks And Stones May Break My Bones But Names Will Never Hurt Me. Niet alleen vanwege de titel een opvallende en belangwekkende uitgave. Wat meteen opvalt is de verpakking: ingeklemd tussen plexiglas en een met het NNCK logo gebrandmerkt stukje hout zit onder een uitvouwbaar boekje de cd verstopt. Een typische uitgave van het Revenantlabel, ooit beheerd door wijlen John Fahey.
NNCK: "We zien onszelf als 'folk', net als John Fahey. We realiseerden ons dat hij onze link was tot de American folktraditie. Fahey’s benadering is ook een benadering van het denken; zijn aanvalsplan bedoelt te tarten, te verbijsteren."
Sticks And Stones werd geproduceerd door Jerry Yester, in de jaren zestig korte tijd gitarist van Lovin’ Spoonful. Diens bewust ongeflatteerde productie en NNCK’s de vrije loop latende etnische invloeden maken van de cd een intrigerende luisterbelevenis. Wat heet. De groep veroorlooft zich een vrijheid die bijna provocerend te noemen is. Gedurende vijfenzeventig minuten gaan psychedelische mantra’s over in transcenderende chants, ritmes bezweren en ontaarden in een Indiase invocatie; het lijkt wel een editie uit de Ethnic Folkways Library. Het is een van de merkwaardigste maar ook fascinerendste cd’s die de schrijver dezes de laatste jaren mocht horen. Tijdens het luisteren heb je nog niks in de gaten. Je verbaast je over de rijkdom van ordeloze klanken en het daaruit voortkomende dilemma of je dit nu wel of niet goed vindt. Enkele dagen later merk je het, nee voel je het. Hoe zich een muziek-cd steeds dieper in je geheugen boort en een nieuwe draaibeurt afdwingt met de vraag: heb ik het wel goed gehoord? En nog een vraag. Hebben we hier met een mijlpaal van doen? De cd scoorde hoog op de persoonlijke jaarlijstjes van Amerikaanse en Engelse critici. Althans bij de gelukkigen die het kleinood wisten te bemachtigen want de eenmalige oplage was binnen een mum van tijd uitverkocht. Intussen is de cd opnieuw uitgebracht, samen met het nieuwste album Intonomancy.
The No Neck Blues Band treedt komende week voor het eerst op in ons land:
Woensdag 14 mei: Vera- Groningen
Donderdag 15 mei: opname VPRO Radio
Vrijdag 16 mei: Extrapool – Nijmegen
Zaterdag 17 mei: Kunstencentrum Hasselt – Belgie
Zondagnamiddag 18 mei: Paradiso – Amsterdam
The No-Neck Blues Band is David Nuss-drums, Keith Connolly-percussie, Matt Heyner-bas, Dave Shuford-gitaar, Jason Meagher-gitaar, Pat Murano-gitaar en Michiko X-viool.
Selectieve discografie:
Recorded In Public & Private (Ecstatic Yod LP 1996)
Voor de liefhebbers. Studie in feedback- en andere gitaaroprispingen, in een oplage van 500 exemplaren.
The No-Neck Blues Band (Sound @ One LP 1996)
Subtitel Hoichoi. Tomeloze klanken en ritmen in de stijl van de Marokkaanse Master Musicians Of Joujouka. In uitvouwbare hoes met banderol.
Letters From The Earth (Sound @ One 2CD 1996)
Opgenomen op het dak van een appartement in Brooklyn, onlangs opnieuw uitgebracht.
Letters From The Serth (Sound @ One CD 1997)
Enerverende mix van akoestische instrumenten en elektronica.
Meets The Clear People With Mystery Gypped, Live At Ken’s Electric Lake
(Sound @ One 2LP 1998)
Bezwerende, subtiel ritmische verkenningen. Mooie klaphoes.
Sticks And Stones May Break My Bones But Names Will Never Hurt Me (Revenant CD 2001)
De klassieker in wording?
RE: Mr A Fan (Trade Mark Of Quality LP 2002)
Naar het schijnt een ongeautoriseerde livelp. Verschenen in verschillende hoezen en gekleurd vinyl.
Intonomancy (Sound @ One 2003)
Min of meer een voortzetting van Stick And Stones
http://www.kindamuzik.net/interview/the-no-neck-blues-band/the-no-neck-blues-band/3108/
Meer The No-Neck Blues Band op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/the-no-neck-blues-band
Deel dit artikel: