Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Het eerste gerucht op het festival: The Veils spelen pas ’s nachts in plaats van als eerste, want ook al zijn de bandleden allemaal aangekomen op het festival, de instrumenten zijn ergens op een vliegveld achtergebleven. Maar wie trappen de vrijdag van het festival af? Gewoon The Veils. En het klinkt goed. De band laat met opener ‘Nux Vomica’ meteen het nieuwe geluid horen: Finn Andrews is nu een getergde Nick Cave en Dave Eugene Edwards (ex-16 Horsepower) in één. Het zijn niet meer de mooie liedjes van het debuut, het is nu meer passie en gedrevenheid plus een inkijkje in de ziel van Andrews. Hij geeft halverwege de set ook een inkijkje als een snaar breekt en hij zijn gitaar vloekend op de grond smijt, waarna hij het podium afbeent. Het is teveel frustratie voor de graatmagere zanger, want een reservegitaar is niet voorhanden. Gelukkig maakt de band de set wel af en biedt Andrews z’n excuses aan voor het laten kletteren van de geleende gitaar. Morning Runner biedt geen excuses aan voor zijn matige liedjes. Het is zo’n band die met een bombastisch Coldplay/Keane-geluid óf heel groot moet worden óf in no time compleet is verdwenen en vergeten. Het wordt 'vergeten' dus. The Zutons maken er wel een feest van, met een ererol voor het hoemparitme van de saxofoniste. Het Engelse gezelschap is een ideale festivalband met onbezorgde liedjes in het verlengde van The Coral.
Dan gaat het mis. Het is iets waar het lieve, kleinschalige festival niet tegen bestand is. De weergoden. Het is geen subtiele douche, het is een allesvernietigende hoosbui. Het terrein wordt overspoeld en het wordt een een modderbrij waar tweeduizend varkens naar hartelust in kunnen wroeten. Of zwemmen. Het festival valt voor de rest van de vrijdag in het water. Het is geen bandjes kijken, het is schuilen. Ergens gonzen de klanken van We Are Scientists, Cooper Temple Clause en Motorpsycho rond. Een paar helden wagen zich nog richting de bandjes, maar genieten is het niet. Als het dan even droog is, speelt er ook nog eens een kutband. Element Of Crime heten de heren en Duitsers vinden ’t schijnbaar leuk, maar het is gewoon een braderieband. Afsluiter Mogwai doet wat de band altijd doet: heel hard spelen.
Zaterdag. Zon. Verdwaasde festivalbezoekers lopen over het verzopen festivalterrein en kijken wat onwennig naar de fel stralende bal in de lucht. Is het de stilte voor de storm? Nee, het blijft de hele dag aangenaam. Wat ook gezegd kan worden over de muziek: Gem trapt af op het hoofdpodium én overtuigt. In slechts een half uurtje laten de Utrechtenaren hun gedreven gitaarrock horen en loopt zanger Maurits Westerik met laarzen over het podium. Vooral ‘Rise and Fall’ swingt door het ‘This Charming Man’-ritme. Stilstaan is ook onmogelijk bij het plezante The Rifles. De band heeft liedjes gejat van onder andere The Jam, The Clash en zelfs The Coral en dat heeft iets heel sterks opgeleverd. De originaliteitsprijs zullen ze nooit krijgen, maar nummers als ‘She’s Got Standards’ en ‘One Night Stand’ schrijven...doe het maar eens na.
Islands [foto rechts] is daarentegen een twijfelgeval. Soms is het gewoon erg grappig om te zien hoe wordt gespeeld en hoe één van de twee Japanners maniakaal op z’n banjo tokkelt. Het is sowieso een vreemd gezelschap om te zien; vele nationaliteiten worden vertegenwoordigd (ook al staat Canada op het paspoort) en iedereen is in ’t wit gekleed. De kruising tussen Arcade Fire en Polyphonic Spree is vooral erg euforisch. Pas écht maniakaal is Fyfe Dangerfield van Guillemots [foto links], die op z’n meegebrachte leunstoel hoofdschuddend in de microfoon zingt en freaky geluidjes uit z’n keyboard tovert. De baardaap zingt hoog en zuiver. Elke Guillemots-song heeft een randje, maar tegelijkertijd een kop en een staart, zelfs de langgerekte afsluiter ‘Sao Paulo’. De band kiest in de set veelal voor compacte songs als ‘Trains to Brazil’ en ‘Through the Windowpane’ en laat schone tranentrekkers als ‘We’re Here’ en ‘If the World Ends’ helaas achterwege. Toch is Guillemots één van de leukste nieuwe bands sinds tijden.
The Wrens [tweede foto] heeft het enthousiasme en de gedrevenheid van een stel jonge honden, maar gaat al vele jaren mee. Wát een overtuigingskracht hebben deze bijna-opa’s! Door de passie lijkt het opeens een stuk minder erg dat de zware gitaarrock niet al te bijzonder is.
Tegen het eind van de set wordt een groep mensen het podium opgevraagd om met een drumstok tegen de vloer aan te timmeren en uw verslaggever was één van de deelnemers. Hij speelde fenomenaal.
Uiterst plezierig was ook het optreden van The Kooks , een liedjesband pur sang. De opgewektheid spreekt uit songs als ‘Sofa Song’ en ‘She Moves in Her Own Way’ en uit het speelplezier. In de categorie ‘niet leuk, heel saai’ vallen vervolgens Paolo Nutini en James Dean Bradfield (ga toch gewoon Manics-nummers spelen, man!). Nee, dan The Divine Comedy [foto onder]. Twee jaar geleden nog aanwezig met een strijkorkest, maar nu met een uitgebreide band. Humoristisch crooner Neil Hannon steelt wederom de show en het poppy materiaal van de laatste cd, Victory for the Comic Muse, blijft overeind tussen zwaardere songs als het nog altijd wonderschone ‘Charmed Life’.
Haldern heeft een waardige afsluiter gevonden in de Twilight Singers, onder leiding van de vadsig geworden Greg Dulli. De zware gitaarrock is broeierig en romantisch. Met een stem als die van Dulli kan natuurlijk ook weinig misgaan. Helemaal als hij een oud nummer van Afghan Whigs aankondigt, en gewoon ‘Fountain at Fairfax’ van het meesterlijke Gentlemen gaat spelen.
Wat een kracht! Wat een overrompelend sterke uitvoering! Dulli is ook weer Dulli door geen lachje te laten doorstralen - de nukkigheid is van z’n gezicht af te lezen. Maar who cares als de band opeens het soulvolle Whigs-oudje ‘Somethin' Hot’ gaat spelen. De enge Mark Lanegan komt ook enkele malen het podium op om een paar nummers mee te grommen, waaronder de afsluiter en Primal Scream-cover ‘Deep Hit of the Morning Sun’. Het is de afsluiter die het festival verdient.
Mocht de vrijdag dan snel vergeten worden, de zaterdag was een opeenstapeling van muzikale hoogtepunten waar de meute - met zesduizend bezoekers was het festival uitverkocht – zich gelukkig mee mocht prijzen.
Met dank aan Peter Fast voor de foto's.
http://www.kindamuzik.net/live/haldern-pop-2006/haldern-pop-2006/13602/
Meer Haldern Pop 2006 op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/haldern-pop-2006
Deel dit artikel: