Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
De hype rond The Arcade Fire is in volle gang. En dat terwijl de cd nog maar net een maandje uit is in Nederland. Maar via weblogs, downloadprogramma’s en muziekfora sloeg het vuurtje snel om zich heen. Dat bleek vrijdag ook bij het optreden in de Melkweg. Heel The Max stond schouder aan schouder.
Waar rook is, is vuur. Maar omgekeerd gaat de stelling schijnbaar niet op. Overal in de zaal hingen A4’tjes waarmee de bezoekers namens de band vriendelijk werd verzocht om niet te roken. Misschien lag het eraan dat enkele rebelse fans hier geen gehoor aan gaven. In ieder geval was de start van The Arcade Fire niet echt sterk. Ja, de liedjes hebben kwaliteit. Er staan maar liefst zeven muzikanten op het podium. Maar echt op gang komen wilde het maar niet.
Wellicht was dat ook deels debet aan het saaie voorprogramma. Benjamin Winter deed in ieder geval maar weinig om het publiek alvast mee te krijgen. De singer-songwriter komt oorspronkelijk uit San Diego, maar verblijft sinds kort in Amsterdam. In zijn hakkelige Nederlands: “Ik won noe hier, is that correct?” Leuk hoor, een paar woordjes in je moerstaal, maar liever een band die de hoofdact een beetje eer aan doet. Samen met zijn tweekoppige begeleidingsband zag de band er veelbelovend uit. Een toetsenist, een cellist en Winter zelf op gitaar. Maar het slappe aftreksel van Amerikaanse rockmuziek dat ze opvoerden zou eigenlijk niet eens besproken mogen worden.
Dus was het aan The Arcade Fire om er nog een geslaagde avond van te maken. Gelukkig duurde de slome start maar een nummer of drie. Alle elementen die het wereldwijd verheerlijkte debuutalbum Funeral tot zo’n succes maakten bleken toch ook live over te komen bij de band uit Montreal. Trouwens, dat staat daar wel mooi, maar hun herkomst laat de band zelf graag in het midden. “We heard that the music scene in Canada was cool, so we made up this thing that we’re from Montreal,” liet frontman Win Butler de zaal weten.
Maar wat maakt het ook uit waar ze vandaan komen. Als ze maar spelen zoals ze gisteren deden. ‘Wake Up’ klonk als een hoempanummer van Kaizers Orchestra dat door The Polyphonic Spree ten gehore werd gebracht. En daarin werd dan ook nog eens het mooiste xylofoon-riedeltje sinds ‘No Surprises’ verwerkt. Het eerst zo ingetogen ‘Une Année sans Lumière’ werd langzaam opgeblazen. Eerst zette gitarist Richard Parry een Radiohead-achtige solo in. Die ging dan weer prachtig over in een krachtige new wave-riff. Ook de zang was in orde. Het Neutral Milk Hotel-achtige geschreeuw van Butler in ‘Neighborhood #2 (Laika)’ klonk net niet helemaal zuiver, precies als op de plaat.
Ook ‘Old Flame’ en ‘My Heart’s an Apple’ van de titelloze e.p. uit 2003 werden opgediept. Ze vielen niet eens weg tegen al het moois van het latere debuutalbum. Maar ‘Neighborhood #3 (Power Out)’ werd de absolute knaller van de avond. “This is a disco song,” kondigde Butler aan. Ja, dat zal wel. Maar inderdaad, zodra de band het nummer startte, verlichtten twee grote discoballen de zaal. En dat ritme, dat heeft eigenlijk wel iets weg van Franz Ferdinand. Onder luid applaus verdween de band backstage.
Maar natuurlijk kwam het zevental nog terug. Dat moest ook wel, want ‘Crown of Love’ was nog steeds niet gespeeld. De door geweldig vioolspel gedragen wals deed sterk denken aan Bright Eyes. Vlak voor het einde ontaarde het nummer in een stampende Philip Glass goes indierock-outro. Tijdens het allerlaatste nummer ‘In the Back Seat’ mocht zangeres Régine Chassagne op de voorgrond staan. Ze klonk door haar fragiele stem als een van de CocoRosie-dames. Het slotnummer eindigde in een Blonde Redhead-achtige apotheose. Een prachtig einde van een uitstekend optreden.
http://www.kindamuzik.net/live/the-arcade-fire/the-arcade-fire-benjamin-winter/8873/
Meer Arcade Fire op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/the-arcade-fire
Deel dit artikel: