Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Ijslandse magiërs, de vermiste theremin van Goldfrapp, Engelse smulkoekjes én een hoogdag voor de vaderlandse rock. Zij die de zaterdag van Rock Werchter als D-day uitverkozen, sloegen de nagel op de kop. De pampers, aardbeien en schorpioenen krijgt u er gratis bijgeleverd.
Retro-pampers
Met Wolfmother openen zaterdag drie jonge snaken de festiviteiten die amper de pampers ontgroeid zijn. Toch beschikt het trio over meer maturiteit dan het gros van het deelnemersveld hier ter plaatse en gaan de versterkers resoluut op elf. ‘Dimension’, ‘Pyramid’ en ‘Apple Tree’ vormen een niet mis te verstane beginselverklaring waarvan de kiemen overduidelijk de jaren zeventig-stempel dragen. Sabbath, Zeppelin en
Hendrix worden als rode draad door het intense retrogeluid geweven, al treden naderhand de eerste kinkjes in de spanningskabel op. Een gevleugeld ‘Woman’ echter niet te na gesproken. Op 30 augustus staan de Aussies zowaar in het Sportpaleis (als support van Pearl Jam) en het is maar de vraag of ze zonder begeleiding de security weten te omzeilen!
Een coupe delicieuze aardbeien
Vólk in de Marquee! Vólk! En dat voor de illustere naam Xavier Rudd. Waar komen die mensen toch vandaan? Getuige de gebatikte doeken op het podium en de allesbehalve glamoureuze podiumoutfit van onze kleurige Australiër, hebben we hier te maken met een hippie. En inderdaad, ook Rudds bind- en songteksten wijzen in die richting. Of wat anders te denken van “Everybody is ok?” en uiteenzettingen over goede energie, peace, love en understanding? Op muzikaal vlak is Rudd – hoe kan het ook anders – onder te brengen in de rootsvijver. Bijzonder aan hem is, dat hij in zuivere Bob Logstijl al zijn instrumenten (didgeridoos, drum, enkelbelletjes, gitaar,…) zelf én tegelijkertijd (probeer dàt maar eens!) bespeelt, terwijl hij er af en toe in slaagt nog wat te zingen ook. Respect, alleen al omwille van deze multi-inzetbaarheid. Het publiek blijkt Rudds ‘Gevoelige Luisterliederen’ daarenboven te smaken als betrof het een coupe delicieuze aardbeien. Wat zijn we allemaal weer blessed.
De heilige drievuldigheid van NME
In Engeland zouden ze een moord begaan om Arctic Monkeys, Kaiser Chiefs en Franz Ferdinand nà elkaar te kunnen programmeren. Zo gezegd, zo gedaan: moét Herman Schueremans gedacht hebben, al had hij daar door het late uitvallen van Kelis wel Dame Fortuna voor nodig.
De hiërarchie wordt mooi gerespecteerd, dus krijgen we eerst de Arctic Monkeys [foto boven] voor de kiezen geschoven. Met een loense “ik kom pas uit mijn bed, laat mij gerust”- blik de weide. Ondanks beperkte airplay blijkt het publiek van heel wat nummers toch aardig wat lappen tekst machtig te zijn. ‘Bet You Look Good On The Dancefloor’, ‘When The Sun Goes Down’ en ander tuig worden woord voor woord meegebruld. Zanger Alex Turner prevelt iets als “ambiance”, maar blijft er verder schijnbaar stoïcijns onbewogen bij. En zo hoort het ook. Geleerd van Liam Gallagher allicht. Mama Turner zal tevreden zijn.
De hyperkinetische Ricky Wilson van Kaiser Chiefs [foto links] is minder onverstoorbaar. De band is al twee jaar op tournee en dat is er wel wat aan te zien. Dansjes, sprongetjes en heupbeweginkjes zijn identiek aan eerdere concerten. Routine heeft echter ook heel wat positieve kanten. Zo verandert de wei in een Engelstalige versie van het Vlaams Nationaal Zangfeest, vloeien de songs in een rotvaart in elkaar over en is er op geen enkel moment sprake van verveling. Vanwege de WK-match Engeland-Portugal jagen de Kaiser Chiefs hun set er nog gezwinder door dan ooit, waardoor het publiek een iets langere rustpauze gegund wordt voor de volgende band. Helaas voor de Chiefs is hun heldenmoed een maat voor niks, Rooney & co gaan er onverbiddelijk uit.
Uiteraard dat dit Alex Kapranos van Franz Ferdinand [foto rechts] niet ontgaan was. Hij draagt ‘Walk Away’ laconiek en met brede grijns op aan de Engelsen om zich vervolgens doorheen een set vol hits, hits en nog eens hits te werken. Zingen en swingen is de boodschap, cool as cucumbers veroveren de frisgewassen Schotten de heetgebakerde weide. Van deze drie hypes blijken Franz en zijn rekruten veruit de populairste. Ook op vlak van etiquette hebben ze nog weinig te leren. Kortom, een geoliede set van een op en top professionele band in volle vaart. Strakker hebben we het vandaag nog niet meegemaakt.
Tweede zit op Pukkelpop
Veel vragen aan het adres van The Raconteurs [foto vijf] vooraf. In welke mate zou de zompige conventie tussen Jack White en Brendan Benson aanslaan op een intussen half murw geslagen festivalvlakte? Nu ja, om meteen met de deur in huis te vallen: de Sonny Bono-klassieker ‘Bang Bang’ klinkt erg bevredigend en ook bij ‘Steady, As She Goes’ – de overweldigende single – gaan de handen massaal de lucht in, de dampende kopjes bangen lustig heen en weer. Gitaarsolo’s weerklinken als straaljagers, aan intensiteit ontbreekt het dit concert in geen geval. Jammer genoeg klinkt het allemaal net iéts te vrijblijvend om van een geslaagde onderneming te gewagen. The Raconteurs blaken van het talent, het iets zorgvuldiger kanaliseren ervan zou de groep beslist geen schade berokkenen. Herkansing op Pukkelpop dan maar?
Een rondje Belgen, iemand?
Jazeker, James, dank u! Ze waren dan wel met niet veel in aantal, de wijze waarop Arsenal, Absynthe Minded en An Pierlé & White Velvet de nationale vlag en wimpel droegen, is er één om u tegen te zeggen. Daar kunnen de noorderburen nog wat van leren.
Vooral Absynthe Minded [foto links] spreekt tot de verbeelding, niet voor het eerst, al helemaal niet voor het laatst. Wij hebben het al langer in de smiezen: dit is het meest getalenteerde Belgische collectief sinds dEUS. De Gentenaren spelen in de Marquee zo spontaan en zelfverzekerd dat elk akkoord een fluitje van een cent lijkt. Niets is minder waar: hun op Django Reinhardt geënte jazzschema’s doen het op souplesse met een lichtende en veerkrachtige kadans die zelfs de meest geloofwaardige Tourdeelnemer doet duizelen.
Gedurende het uitstekende concert lijkt het erop alsof er elke seconde een kransje zigeuners ten tonele kan verschijnen. De frenetieke tred van ‘I Am a Fan’, ‘People of the Pavement’ en ‘Substitute’ werken aanstekelijker dan de suggestieve speeltjes van Goldfrapp (dat wil wat zeggen, vrienden!), maar het kan ook ingetogen en bedwelmend. ‘I Like You When You’re Sad’ bijvoorbeeld, of het ook live niks aan magie ingeboete ‘My Heroics Pt One’, een wereldklepper op Belgisch formaat gesneden. Zonde dat we hier met geen sterretjes kunnen strooien, de hemel had er anders oogverblindend uitgezien.
Van hetzelfde laken een pak: An Pierlé & White Velvet. ‘Sing Song Sally’ en ‘How Does It Feel’: kippenvel! ‘Closing Time’ in duet met Koen Gisen: meer van dattum! ‘Paris s’eveille’ van Dutronc in de blender met ‘I Feel Love’ van Donna Summer: blinde adoratie! Pierlé is een klasbak, een artieste die haar mogelijkheden perfect weet in te schatten, zichzelf zelden of nooit te buiten gaat aan oeverloos gepiel, clichés angstvallig buiten de deur houdt en met sprekend gemak het publiek uit de hand laat eten. Stomend, prikkelend en warmbloedig!
Met Arsenal krijgt Werchter alweer een band over de wei die in tropische temperaturen goed zou gedijen. Hoe komt het dan dat er niet iets harder geswingd wordt? Ze hebben hits (‘Switch’, ‘Longee’, ‘Etiher’, noem maar op) in overvloed, een kokette zangeres (Leonie Gijsels) in een stijlvol groen jurkje, beroemde gasten (Balo van ex-Starflam) en energie voor tien, maar het komt niet honderd procent over. Zouden we het weer maar eens op de hitte steken of is hier meer aan de hand? Zelfs op en top gepatenteerde zomersoundtracks als ‘Mr. Doorman’ en het onweerstaanbare ‘Saudade’ slagen er slechts gedeeltelijk in de langverwachte adrenaline-boost te ontketenen. Arsenal haalt een voldoende, maar zet hen in de Marquee en ze waren vast en zeker (zoals bij de twee eerdere passages) met grote onderscheiding gaan lopen. Een gemiste kans.
Ondeugende femme fatale
Alison Goldfrapp [foto links onder] heeft een reputatie te verdedigen. Een kinky reputatie, die vanavond in de Marquee overtroffen wordt. Op de tonen van vette elektrobeats marcheert Alison op gouden schoenen en met de wind in de haren over het podium. Ze begint haar set met het bevreemdende ‘Utopia’, waarmee ze en passant bewijst moeiteloos een ijl gezang te kunnen neerzetten. Hierna komt de set pas echt op gang met stampende dansnummers als ‘Ride A White Horse’ en ‘Ooh La La’. De mannelijke bezoekers krijgen het behoorlijk warm onder de voeten (en vermoedelijk niet enkel daar). Om in de sfeer te blijven, is er gezorgd voor halfnaakte danseressen in extravagante outfits, gaande van zilveren catsuits tot paarden- en wolvenmaskers.
De Goldfrapp-experience is een complete reis door Alisons sexy fantasiewereld, met naast die onweerstaanbaar vette beats ook verleidelijke gezangen. Een onbetwist hoogtepunt van Rock Werchter 2006! Na een oorverdovend applaus komt ondeugende Alison terug voor enkele bisnummers (‘Number One’ en ‘Strict Machine’) en blijkt dat zelfs deze ongenaakbaar gewaande femme fatale vatbaar is voor een emotionele publieksrespons. Iemand de theremin al gedetecteerd, trouwens?
Betoverende dEUS-counter
Terwijl de vorige twee dagen eerder de geschiedenis zullen ingaan als middelmatig, worden we vandaag in de Marquee verwend met maar liefst twee hoogtepunten op rij. Na Goldfrapps denderende triomftocht is het de beurt aan Sigur Rós om het publiek te betoveren. Het feit dat deze IJslanders tegenover het almaar populairder wordende dEUS geprogrammeerd zijn, maakt de Sigur Rósbeleving er des te intiemer op. Minder is dat dreunende dEUS-nummers doorklinken tot aan de Marquee, waardoor de meer ingetogen gedeeltes van Sigur Rós verdwijnen in het rumoer. Dit weerhoudt de band er echter niet van een magische set (met pieken als ‘Ny Batterí’, ‘Sæglópur’ en het in Engeland lichtjes onsterfelijk geworden ‘Hoppípolla’) neer te zetten die voor menige kippenvelmomenten zorgt. De koningen van de opbouw hebben een fanfare (‘Sé Lest’) meegebracht en enkele strijkers om de climaxen nog overweldigender te maken dan men fysiek mogelijk zou achten. Na afloop van het veel te vroeg geëindigde concert staan er dan ook maar liefst veertien glunderende IJslanders het publiek te groeten. Ze moeten nog driemaal terugkeren alvorens de uitzinnige mensenmassa tot bedaren gebracht kan worden.
Eigenwijze schorpioenen
De grootste tegenvaller van de voor de rest erg puike festivaldag waren de (voormalige?) woestijnratten van Calexico. Geen idee waar het precies aan schort, maar de tijd dat we ons bij een concert van de heren Burns en Convertino onvoorwaardelijk aan hen overleverden, lijkt voorbij. Nu ja, we hebben wel ergens een vermoeden hoe dat komt. Met het nieuwe Garden Ruïn lijkt de groep het muzikale kompas enigszins bijster en wij met hen. Goede songs daar niet van, maar in het geval van Calexico neem je geen vrede met ‘goed’. Net daarom is het erg jammer dat heel wat nummers ook in Werchter een rockjasje krijgen aangemeten. ‘Not Even Stevie Nicks’, ‘Cruel’ en ‘Black Heart’ zijn ongeslepen parels, maar schoten in de hernieuwde uitvoering ruimschoots hun doel voorbij. De mariachi-referenties in ‘Minas de Cobra’, ‘Guero Canelo’ en ‘Alone Again Or’ zijn dan weer wél koren op onze veeleisende molen. Eigenwijze schorpioenen de mannen uit Tucson, Arizona.
Heuse bolwassing
Na Live mocht ook Placebo een lustrum aanwezigheden op Rock Werchter vieren. Daarop afgaande weet je min of meer wat je van een Placebo-concert kunt verwachten. Gelukkig zetten de drie Britten het publiek een flinke neus door flink uit het gloednieuwe Meds te graaien. De gratuite jukebox wordt hoofdzakelijk achterwege gelaten, oudjes die wél de setlist halen krijgen een heuse bolwassing. Goed nieuws, want songs als ‘Song to Say Goodbye’, ‘Every You, Every Me’, ‘Bitter End’ en ‘Special K’ hebben we de voorbije jaren één keer teveel gehoord. Ook ‘36 Degrees’ wordt succesvol naar het hier en nu getransporteerd, ‘Running up That Hull’ van Kate Bush had voor ons niet gehoeven, maar dan is er toch altijd die dekselse Brian Molko om je alsnog over de streep te trekken. En het publiek? Tekeningetjes maken is nooit onze sterkste gave geweest.
Con brio naar zaligverklaring
Dat er vooraf überhaupt nog critici een ballonnetje durfden oplaten over het al dan niet terecht headlinen van dEUS? [foto rechts onder]. Het waren allicht dezelfde mensen – noem het gerust azijnpissers – die in de eerste ronde van het WK de basisplaats van Zinédine Zidane in twijfel trokken. Zizou slalomt intussen met Ronaldinho in de achterzak miraculeus naar de finale en 1+1=3! Zelfs in België stuit dEUS nog altijd op behoorlijk wat weerstand. Wie de oren naar aanloop van hun concert zaterdagavond spitste, rook in het kielzog van Tom Barman & co onverminderd bloed. Lui die er met de concerten van Live en Sean Paul allicht al de beste festivalconcerten hadden opzitten.
Oké, je hebt de AB tot driemaal toe op de knieën gedwongen en Vorst tweemaal in lichterlaaie gezet. Met alle respect, maar het Constant Van Den Stock-stadion is Nou Camp niet. Afsluiten op de Main Stage voor tienduizenden al dan niet geïnteresseerde festivalgangers blijft een beproeving. Niets lijkt echter onmogelijk als je Tom Barman heet, dEUS rondde de klip con brio.
Een wereld van verschil dit dEUS met de weifelende schaduwbundels die op Pukkelpop 2003 ei zo na de zwanenzang inluidden: ver weg zijn de technische manco’s, de legendarische egoclashes, de kanonskogels in de ogen van een ziedende Barman. dEUS 2006 staat voor rust en discipline (wie had dat ooit voor mogelijk gehouden?), onmiskenbaar vakmanschap, flegma en een zelfvertrouwen dat de Antwerpse Onze-Lieve-Vrouwe kathedraal op de grondvesten doet daveren. Nauwelijks te overschatten (zonder de rest tekort te doen) katalysator van het succes: ene Mauro Pawlowski uit Heusden-Zolder.
Hoogtepunten in Werchter? Zonder verpinken de volledige set. Energiestoten (‘Bad Timing’, ‘Via’) en uiteraard ‘Suds & Soda’) die zich als vuistslagen in de maag planten, met doornen bezaaide rustpunten (‘Little Arithmetics’, ‘Instant Street’, ‘Pocket Revolution’) en verzengende, funky lavastromen (‘Turnpike’, ‘What We Talk About (When We Talk About Love’).
Het meest beklijvende moment loert echter in de hoek waar niemand het verwacht: alvorens ‘Nothing Really Ends’ in te zetten breekt Barman een lans voor verdraagzaamheid en tegen racisme. De daad wordt op 1 oktober bij het woord gevoegd onder de noemer ‘0110’. “Omdat sommige dingen gewoon moéten stoppen”, aldus Barman. Gent, Antwerpen en Brussel hebben zich geëngageerd, evenals een indrukwekkende pleiade artiesten.
Korte slotsom over het concert: dEUS stak op een boogsscheut van Tremelo ruim anderhalf uur lang de handen uit naar de zaligverklaring. Velen zijn geroepen, weinig uitverkoren, ondanks het feit dat Antwerpen aan de Schelde en niet aan de Theems of East River ligt.
http://www.kindamuzik.net/live/rock-werchter/rock-werchter-2006-2885/13329/
Meer Rock Werchter op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/rock-werchter
Deel dit artikel: