Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Steevast falen en toch doorgaan. Het tekent niet alleen de hoogte waarop Robert - Monolake - Henke zijn lat legt, het zegt ook iets over de opzet van zijn project Lumière. De componist en technicus kan elementen uit deze performance voor geluid en licht vrij eenvoudig van tevoren gereedmaken. Dan wordt de uitvoering deels een Kraftwerk-achtige, stramme playbackshow. Daar heeft Henke geen zin in. Hij wil nu juist met een vloeiend spel voor klank en zes lasers improviseren. En dus op het gezicht gaan, om ervan te leren en Lumière te verbeteren. Dat toont Henke nu al, want hij wil ook niet in een loods knutselen totdat het 'af' is. Hij presenteert dapper een momentopname van zijn state of the art.
Henke koppelt patronen in licht aan geluid en bouwt zo een duet waarin het één bliksemsnel op het ander reageert. De systemen ontwikkelde Henke zelf, zoals hij ook ooit aan de wieg stond van het muziekcomputerprogramma Ableton Live. Technisch lukt Lumière alvast prima. Qua geluid zit Henke ook op Monolake-niveau, met meer dan eens uiterste focus op subliem detail. Wat scheelt er dan aan?
Ryoji Ikeda liet in dezelfde zaal zien hoe een coherent audiovisueel verhaal verteld wordt. Aan diens project werkten ook een dramaturg en regisseur mee. Die worden in Lumière node gemist. Henkes narratief is zo goed als afwezig en komt neer op het verwarren van improvisatie met uitproberen zonder opbouw. Een vrije zoektocht kan een meeslepend verhaal zijn, maar 'what's this button for?' en 'kijken wat-ie doet' leiden tot los zand dat Henke door de vingers glipt: hit and miss.
De fragmentarische performance hap-snap-kabbelt vanzelfsprekend ook visueel. De technisch verbluffende show blijkt al snel een doorzichtige gimmick. Stierlijk vervelend blijven de geprojecteerde, weinig briljante en oersimpele vormen centrale focus houden, de actie vindt plaats langs de kruisvormige assen uit dat middelpunt. Goh, het tikt en je ziet stipjes. Goh, geluid wappert door het stereobeeld en je ziet Lissajousfiguren. De projecties zijn geen illustraties bij het geluid, maar dat moet je maar net weten, want dat leid je niet af uit de voorstelling. Die heeft voor een groot deel het meest weg van een wel erg rudimentair lasershowtje.
Henke kan niet terugvallen op routine. Deze performance is hard werken. In die noeste arbeid loopt hij tegen zijn grenzen aan. En heel soms gebeurt het precies daar: een wauw-moment waarop de synergie zoals in een perfecte clubshow extatisch samenvalt, waarop je vergeet in de zaal naar een scherm te kijken en helemaal opgaat in licht en geluid. Die momenten zijn op één hand te tellen, toevalstreffers bijna. De rest is redelijk. Dat is te weinig, het moet minimaal andersom en dat ambieert Henke zelf dus ook. Hij geeft zich nog een jaar of vijf bikkelen. Dan moet Lumière goed zijn. Of hij geeft op, maar dan heeft hij wel alles gegeven.
Gênant vindt Henke het bijna, zo zegt hij in interviews, wanneer een publiek zich de handen vuurrood klapt na afloop van zijn voorstelling, terwijl hij zelf verdraaid goed weet dat de geluksmomenten het nog zeer spaarzaam wonnen van de middelmaat. Het valt te hopen dat het Muziekgebouw Henke blijft uitnodigen zodat op de voet te volgen is hoe Lumière niet alleen en plein public opgroeit en zich ontwikkelt, maar ook tot bloei komt. Gêne is nergens voor nodig, maar goed was het niet. Nog niet.
Foto van Lumière Nr. 2 door Elena Vasilkova
http://www.kindamuzik.net/live/robert-henke/robert-henke-presents-lumi-re/25597/
Meer Robert Henke op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/robert-henke
Deel dit artikel: