Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
In opdracht van het Ministerie toog pop-musicologe Lutgard Mutsaers aan het werk. Helaas werd het geen écht onderzoek, maar slechts een bijzonder lang "opiniërend essay". Onder de titel Is Everybody Happy? moet het stuk leiden tot een brede discussie binnen en over de Nederlandse popmuziek. KindaMuziks Sven Schlijper mengt zich in deze explosieve polemiek. Want Mutsaers' stuk legt een bom onder alles wat hem lief is in het Nederlandse popcircuit. Hieronder een analyse van het essay en zijn pleidooi voor een brede ondersteuning van de gehele Nederlandse underground.
1. Vreemd
Het is een gegeven dat zogenaamd onafhankelijke rapporten, in opdracht geschreven, zwaar overhellen naar de wensen van de opdrachtgever. Daar is van alles mis mee. Maar de politiek is er, helaas, van doortrokken. En lobbygroepen zelf doen duchtig mee, met hun eigen (tegen-)onderzoeken. Het is dan ook goed om steeds een pak zout bij de hand te houden bij het lezen van dit soort werk. Een echte waarheid - zo die vast te stellen valt - is daar immers zelden te vinden.
In plaats van een gedegen wetenschappelijk onderzoek, levert het Ministerie via de pen van Lutgard Mutsaers een "opiniërend essay" af. Een stuk waarvan de conclusies al bij voorbaat vast stonden. Dat moet de bevreemdende conclusie zijn na reconstructie van de recente gang van zaken rond Mutsaers' werkstuk Is Everybody Happy?.
Immers: op de Noorderslag-conferentie haalde staatssecretaris Van der Laan reeds de belangrijkste conclusies uit Mutsaers' essay aan. Toch werd het stuk pas in mei openbaar en moest dezelfde bewindsvrouwe deze week nog erkennen Is Everybody Happy? nog niet gelezen te hebben. Natuurlijk kan een ijverige ambtenaar al in januari een synopsis gemaakt hebben voor Van der Laan. Maar het is op zijn minst vreemd dat zij zo vroeg al verregaande consequenties verbond aan de conclusies van een essay dat ze in juli zélf nog niet gelezen heeft.
Niet alleen schept het Ministerie zo tactisch gezien een informatievoorsprong ten opzichte van de andere spelers in het veld én het publiek (het kende immers al lang de uitkomsten), het laadt bovendien een dubieuze verdenking op zich. Want was het misschien zo dat een echt wetenschappelijk onderzoek tot andere - Van der Laan onwelgevallige - conclusies zou kunnen leiden? En werd daarom Mutsaers uitverkoren om Van der Laans vaste beleidslijn toch nog van enig (wetenschappelijk) cachet te voorzien? Is het daarom een essay geworden, waarin de schrijfster veel mag roepen, maar hoegenaamd niets volgens de wetenschapsethiek hoeft te verantwoorden? Zelfs als dit allemaal zou berusten op waanbeelden, dan nog is een echte valse start voor het essay, nog voordat we zijn toegekomen aan het lezen ervan.
2. De Afrekening gepresenteerd
Het essay zelf laat na lezing een bittere, wrange nasmaak achter. We hebben hier dan ook niet slechts te maken met een controversiële opening tot discussie, maar voor een groot deel met het bruut afrekenen met de persoonlijke vijanden van schrijfster Mutsaers. Op een manier die Van der Laan wel érg goed uitkomt. De keuze voor de essayist zal dan ook wel niet uit de lucht zijn komen vallen.
Als je - zoals Van der Laan - het Nederlandse Popinstituut (NPI) en zijn NPP wil aanpakken en daarnaast nog wat andere wijzigingen in petto wil hebben, is het meer dan handig om Mutsaers voor je karretje te spannen. Zij doet werkelijk geen enkele moeite te verbloemen dat er een fruitschaal aan appels te schillen valt tussen haar en het NPI. Zijzelf is daar namelijk met slaande deuren vertrokken.
Daar blijft het niet bij. De Universiteit van Amsterdam huisvest het bijzonder-hoogleraarschap Popmuziek. Een post die aan de neus van Mutsaers voorbij ging. En ook dat doet zo veel pijn dat in een paar opmerkingen persoonlijke rancune het wint van misschien wel terechte kritiek over financiering van deze leerstoel.
Het zijn maar twee voorbeelden. Wel treffende. Zeker gezien het verleden van Mutsaers en de gepresenteerde afrekening. Deze teneur hangt over de hele linie van Is Everybody Happy? Hoe serieus is een essay nog te nemen als aanleiding voor een gesprek wanneer de toonzetting zo overduidelijk rancuneus, depreciërend en devaluerend is naar zeer belangrijke en erkende spelers in veld? Op een manier de Privé of Story niet onwaardig, want zonder enige vorm van kwantificeerbare of controleerbare fundering.
3. Enige onderbouwing is ver te zoeken; het afrekenen duur voort
Mutsaers doceert vakken in de hoek van de popmuziek en heeft veel gepubliceerd over het onderwerp. Van een popmuziek-doctor mag een zekere wetenschappelijke houding verwacht worden. Met daaraan verbonden een poging tot objectiviteit en vooral onderbouwing van stellingen.
Is Everybody Happy? is wat dat betreft nauwelijks serieus te nemen. Eigenlijk is deze reactie misschien wel al veel te veel eer. Hoewel een theoretische analyse van de postmodern-relativerende en vooral zelfstandige popconsument hout snijdt, gooit Mutsaers haar eigen ruiten in. Door ongefundeerd en weer onbewezen eigen meningen als a priori-feiten te brengen.
Zo is "veel verkopen OK", "is alle popmuziek dansbaar" en wordt Marco Borsato aangehaald als een artiest die een "geslaagde inhaalmanoeuvre in geloofwaardigheid" gemaakt heeft. Ook hier houdt Mutsaers niet op. Dat MTV lokaal ging op zoek naar kijkcijfers en dus ook Best Dutch Act-awards ging uitreiken, wil nog lang niet zeggen dat het Haagse Kane daarmee een "internationaal erkende prijs" heeft gewonnen. En dat er "belangrijkere" urban acts dan de witte(!) Brainpower zouden bestaan, wordt ook nergens onderbouwd. Zo krijgt Mutsaers niet alleen de hoonlachers op haar hand, ze ondergraaft met dit soort losse flodders vooral haar eigen betoog.
Een verhaal waarin ook de VPRO en haar bekroonde popwebsite 3voor12.nl van onder uit de zak krijgen. Zij behoren volgens Mutsaers tot die "kringen waarin verstand van popmuziek wordt geclaimd". Nota bene weer die ondertoon. Maar hun aangehaalde extremistische voorliefde voor het niet-Nederlandse product, of de antipathie tegen DJ's kan 3voor12.nl, noch de regionale spin-offs, noch de VPRO als radio- of televisie-instituut worden aangewreven. Bekijk maar eens de serie "Terug naar Stadskanaal", het 3voor12.nl-verslag van het Sónar Festival, of 05 Days Off. En controleer eens de output van die lokale 3voor12-sites; die hun oor meer dan nadrukkelijk te luisteren leggen bij het eigen en dus Nederlandse product!
Dit forum komt er bijzonder goed vanaf. Vreemd op zich. KindaMuzik mag zich dan over de volledige breedte van de hedendaagse muziek begeven, een zekere - lichte - vooringenomenheid ten opzichte van het niet-overdreven commerciële (een indiehouding), is ons niet vreemd. En terecht niet. Want voor de hitparadepop zijn er al vele media-uitingen. Misschien werd Mutsaers hier even geleid door de nauwe contacten die er bestaan tussen haar en sommige personen binnen KindaMuzik. Ook hier lijkt persoonlijk vooroordeel niet ver weg.
4. De zoektocht naar de zin
Een dubieus begin, persoonlijke rancune en totaal niet onderbouwde - deels uit de lucht gegrepen - stellingen die als feit gebracht worden; heeft Is Everybody Happy? dan nog ergens wat zinnigs te melden? Niet of nauwelijks, moet de conclusie luiden.
Mutsaers legt terecht de vinger op een aantal zere plekken. Stipt de monopolistische positie van het NPI aan (al ligt hoegenaamd niemand in de sector daar wakker van) en begint over kwaliteitscriteria voor de popmuziek. Zelf weet ze er geen te noemen. In ieder geval geen algemeen geldende. Zo kan ik het ook. Maar het idee is niet te wezensvreemd. Onder steeds weer luid protest legt de Raad voor Cultuur de theater-, ballet- en klasieke muziekwereld al jaren langs een meetlat, op grond van zogenaamd objectieve, of objectiveerbare criteria. Het feit alleen al dat voor de popmuziek een andere regeling bestaat, wekt misschien verbazing, ware het niet dat de popsector extreem dynamisch is. Een hype of hit van nu kan over een half jaar "uit" zijn. Hoe heet waren The Strokes bij hun debuut en hoe lauwwarm waren de reacties op hun tweede album? En dan heb je het over een 'grote', maar nog steeds alternatieve band. Een soort popmuziek die bij Mutsaers heeft afgedaan.
Een citaat uit het U-blad (de krant van de Universiteit Utrecht) spreekt boekdelen. Kijk en huiver! Mutsaers: "Misschien is het een taboe en mag ik het niet zeggen, maar de rockmuziek is natuurlijk hartstikke dood. Die muziekvorm ontwikkelt zich niet meer. De hoogtijdagen van one, two, three, four... en dan moeilijk kijkend je liedje brengen liggen al ver achter ons." Ik zal Mutsaers niet vangen op één bijzonder ongenuanceerde uitspraak. Ook wil ik met niet verlagen tot enig moddergegooi. Toch zeggen de aangehaalde woorden van Mutsaers veel.
Het wekt geen verbazing dat "bandjes" er ongezouten van langs krijgen in Is Everybody Happy?. Mustaers' persoonlijke vooroordeel tegen "witte-mannenbands" brengt haar tot uitspraken die weinig besef van de gehele underground, waar ook ter wereld, laten zien. Misschien slaat Mutsaers' combinatie van ivoren-toren-studeerkamertheorie en persoonlijke vooringenomenheid hier te ver door. Anders valt haar betoog moeilijk te doorgronden.
5. De discussie aangegaan
Waaraan Mutsaers voorbij gaat, is de algemene Nederlandse, calvinistische houding ten opzichte van zowat elke 'waardevolle' cultuuruiting. Onder het motto: "doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg" zou Nederland zonder ingrijpen tot een gezichtsloze, grijze middenmoot vervallen. Het is dan ook aan de overheid om daarin verandering aan te brengen. En te stimuleren wat waarde heeft. Zei Lucebert niet al: "Alles van waarde is weerloos"?
Toekenning van een waardeoordeel is en blijft lastig. Nu worden programmeurs onder het NPP geacht die beoordeling te (kunnen) maken. Het schijnt goed te werken. Maar volgens Mutsaers moet het anders. Deskundigen moeten aanvragen vooraf beoordelen (alsof muzikanten op lange termijn plannen in de popwereld!), crossovers moeten meer waardering krijgen en de wel succesvolle sectoren als dance en urban moeten meer ondersteund worden.
Dat Nederland, als handelsnatie, al eeuwenlang cultureel een assimilerende spons is, met verdomd weinig eigen gezicht, gaat aan Mutsaers voorbij. Dat de Nederlandse mainstream een afgeleide is van de grootste gemene deler ook. Waarom dan een band als Kane (met steun) naar Duitsland exporteren, terwijl onze oosterburen zelf al een kloon van de Britse band Bush - zelf een kruising tussen Nirvana en Pearl Jam in - hebben? Ik parafraseer Marilyn Manson: "Elk land krijgt de [muziek] die het verdient." In Nederland ligt momenteel aan de oppervlakte veelal totale pulp. En dat is helaas al jarenlang - denk aan Vengaboys, 2 Unlimited - niet anders. Ooit krijgen we wel een tegenbeweging. Met of zonder overheidssteun. Dat is inherent aan de onderstromende sociologische golvende dynamiek van een cultuur.
Bovendien blijkt de Nederlandse overheid - bij gebrek aan een beoordelingskader en benodigde kennis of achtergronden - niet in staat te beoordelen waar nu echt waardevolle initiatieven ontwikkeld worden. Zie bijvoorbeeld de frequentieverdeling waarbij Nederland nog steeds geen Studio Brussel-equivalent in de ether heeft gekregen. Dan is het ook niet zo vreemd dat in een land waarin waardering voor het alternatief op de radio al niet van de grond komt, de muziek op zich voor een deel ook niet echt wereldschokkend is. Als je gedraaid wil worden en dus enige kans van slagen wil hebben tegenwoordig, moet je haast wel voldoen aan de 3FM/TMF-standaard. En dat is nu niet bepaald de meest vooruitstrevende.
Tegelijk broeit, pruttelt en borrelt het in de ondergrondse. Een gedeelte van de muziekwereld waar Mutsaers klaarblijkelijk geen notie van heeft. De zogenaamde 'urban music' mag dan aan populariteit winnen, het is tegelijk een sector die zich - net als ID&T-gerelateerde dance - met de ogen dicht zelf kan bedruipen. Geld speelt geen rol voor de R&B- of dansminnende jeugd. Exorbitant dure merkkleding, trendy designerdrankjes en dito feesten kunnen er makkelijk vanaf. Wat de boer kent én waaraan hij status ontleent, dat vreet hij wel. En met dat oogmerk is het meeste materiaal in die hoek ook gemaakt.
Ware het niet dat de echte ontwikkelingen in het klein ontstaan. En dan gelden er geen "witte mannen" rassenscheidingen (denk aan het doorbrekende Amerikaanse TV On The Radio). Geen genregrenzen. Of het nu rap, post-rock, drum&bass of tekno (ja met een K!) is, ergens zit iemand in Nederland wel degelijk iets volslagen nieuws te doen; zie de zolderkamerknutselaar Spinvis. Ooit horen we dat. Misschien. Hopelijk ook. Want juist uit die obscure onderwereld, wordt de platgespoten commerciële en trendgevoelige bovenwereld gevoed. Die wisselwerking wordt door Mutsaers miskend. En los van de bovengenoemde misvattingen is dat het ergste.
Het NPP voorziet in de mogelijkheid voor podia om op eigen initiatief en vooral naar eigen inzicht en smaak (voor het gemak dan maar gelijkgesteld aan semi-kwaliteitsoordeel) Nederlands ondergrondproduct te boeken. Het NPI is daarbij van dienst. En ja hoor; er valt een hoop te verbeteren in de samenwerking tussen NPI, Conamus, VNP en anderen. Zeker. Die discussie moeten we aangaan. Open, eerlijk en zonder elkaar bij voorbaat te degraderen tot machtsmisbruikende bolwerken, of ander duivelsgebroed. Nog steeds blijkt echter dat het NPP podia financieel in staat stelt om juist uit die underground die dingen te pikken die de toekomst hebben. Of kunnen hebben. Een gok, jazeker! Maar zonder dat subsidiegeld geen gok. En zonder gok, geen overbrugging tussen onder- en vernieuwde of nieuwe bovengrondse. De dood in de pot dus.
6. Ten slotte
Medy Van der Laan wil de discussie met de popmuzieksector aan. Zij beperkte het gespreksgebied in Groningen al danig. Wees met de beschuldigende vinger naar de gevestigde instituten. Voor de gewenste discussie was een aanleiding nodig. Metgezel Mutsaers werd bereid gevonden een op maat gesneden stuk te maken. Deze musicologe was er echter niet vies van haar wetenschappelijke eer te grabbel te gooien in onverantwoorde en niet onderbouwde stellingnames, maar ging en passant veel verder. Uit persoonlijke frustratie rekende ze af met haar ex-werkgever, het NPI en kregen kwaliteitsminnende popmedia een onterechte veeg uit de pan.
Op deze manier heeft Van der Laan niet alleen een controversieel discussiestuk gekregen; Is Everybody Happy? is een uitgekristaliseerde, door het Ministerie in samenspel met Mutsaers perfect geregisseerde aanval op het NPP en het NPI. En daarmee een bom onder het popmuziekbestel dat Nederland uniek maakt. Een gevaarlijk explosieve situatie is ontstaan waarin de stellingen betrokken zijn; vanaf de zijde van het NPI en de VNP met vaak zinvolle, onderzochte, beproefde en praktijkargumenten, aan de andere kant vooral afkomstig uit puur persoonlijke frustratie en Mutsaers' behaagziekte ten opzichte van Van der Laan. Zo zullen de ambtenaren van OC&W, met Van der Laan in hun vuistje lachen. Stokken zat om de sector mee te slaan. Het is tekenend voor de politieke staat waarin we leven, wanneer dergelijk broddelwerk in plaats van gedegen onderzoek tot verregaande conclusies kan leiden. Die terreurdreiging waarover minister Remkes het had, geldt voor de Nederlandse popmuziek in ieder geval het collectief van Van der Laan & Mutsaers. Het is code rood voor de popsector.
Geen goed gesternte om een zinvolle discussie onder aan te vangen. Zeker niet wanneer de conclusies al vast staan. Medepopmuziekliefhebbers in Nederland verenigt u! Het is de hoogste tijd de barricades te beklimmen en Mutsaers en Van der Laan van repliek te dienen. Deze analyse is niet meer dan een eerste aanzet. Zet het voort. En laat het waardevolle niet weerloos ten onder gaan in het geweld van vooringenomenheid en onverzettelijkheid. Open, puur, eerlijk; dat zijn begrippen die gelden voor de échte popmuziek, in elke verschijningsvorm, dwars door genres. Laten we die toepassen op onze geliefde sector. We laten ons niet kennen! Hasta la victoria; voor volk, vaderland en onze popsector, siempre!!! Voor een brede, vernieuwende, levendige popcultuur, die klein begint en misschien wel groot(s) mag eindigen.
Sven Schlijper is popjournalist voor KindaMuzik en 3voor12/Utrecht
Noot van de redactie: Sven Schlijpers opmerking over "nauwe contacten" tussen sommige personen binnen KindaMuzik en Lutgard Mutsaers zijn geheel voor zijn rekening. De "contacten" bestaan uit het in het verleden hebben gevolgd van enkele colleges van mevrouw Mutsaers door twee redactieleden, en een tweede beoordeling door mevrouw Mutsaers van de scriptie van een van de redactieleden.
http://www.kindamuzik.net/column/709/kindaspam-038-broddelwerk-legt-bom-onder-nederlandse-popmuziek/6762/
Meer op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/709
Deel dit artikel: