Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
"Helaas heeft de kijkcijferterreur weer toegeslagen en verdwijnt de volwassen geworden popmuziek van het scherm. Wat overblijft zijn de in beeld gebrachte hitparades, presentatoren in snelle pakken en monden die slecht met de muziek meebewegen. Echte pop op tv schijnt niet te mogen."
Woorden die Willem van Beusekom in 1978 als voice-over uitspreekt in de laatste aflevering van Wonderland, een VARA-programma dat naam maakte met een documentaireachtige aanpak, maar al na een paar seizoenen belandde op de mestvaalt van de geschiedenis.
Dat lot heeft meer popprogamma's op de Nederlandse televisie getroffen. Veel materiaal ging dan ook verloren. Toch is ook veel bewaard gebleven. En dat is, in gecomprimeerde vorm, sinds eind november te zien in de POPstudio, onderdeel van de 'media experience' van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum.
Popmuziek was, aldus directeur Jan Müller bij de opening, "een lacune in de collectie". Dat leidde tot een samenwerking met de AVRO die, zo vulde directrice Willemijn Maas aan, meer wilde doen met het archief van haar kroonjuweel TopPop.
Het resultaat is een nagebouwde studio waar bezoekers kunnen playbacken op hits uit het roemrijke verleden van de tv-show en waar ze bovendien zelf de techniek zoals camera en licht kunnen bedienen. Verder, en beduidend interessanter voor de 'echte' liefhebber, zijn er twee 'jukeboxen' met videoclips en fragmenten uit bijna vijftig jaar pop op de Nederlandse televisie. Die variëren van een jarenzestigopname van Tim Buckley uit het NCRV-programma Twien tot de verslaggeving van VPRO's 3voor12 op een recente editie van Lowlands.
Bij de officiële start noemde Ad Visser, voor de gelegenheid gekleed in authentiek TopPop-glitterpak en schoenen met plateauzolen ("gekocht in Oxford Street"), de gloriejaren van het programma "een rijke periode". Dat had volgens hem mede te maken met de invloed van de zeezenders. Nederland stond, vooral in de jaren zeventig, bekend als de "gateway to Europe", een voorportaal voor Europees succes.
Daarop volgde het een en ander aan anekdotes en verhalen van achter de schermen. In het onderhoudende betoog had 'Mister TopPop' ook aandacht voor de rol die de VPRO in de loop der jaren heeft gespeeld bij het voor het voetlicht brengen van groepen en artiesten die vooral muziek maken "uit existentialistische noodzaak".
En er waren kritische noten. Bijvoorbeeld over het verschil tussen Nederland en België, volgens Visser vooral dankzij Studio Brussel een land met een zeer gezonde lokale popscene. Of over de minuut speeltijd die muzikanten bij De Wereld Draait Door krijgen: "Muziek is geen zapmoment."
De kijkcijfers lijken niettemin iets anders uit te wijzen. En dus is in Nederland de volwassen geworden popmuziek grotendeels verdwenen van tv naar het internet. En naar het museum.
RIEN VAN WIJK OVER TOPPOP
"Bij TopPop ging het in de beginjaren vooral om televisie maken", zegt Rien van Wijk, initiator en de eerste regisseur van het in het collectieve vaderlandse geheugen opgenomen AVRO-programma. Hij wijst op de chroma key techniek (zie de clip van David Bowie) waarmee televisiemakers begin jaren zeventig volop begonnen te experimenteren. "Wij hebben een heleboel televisietechnieken ontwikkeld.
Veel dingen haalde ik uit het buitenland. Zo heb ik uit Engeland de eerste star filters (zie de clip van Mud) geïmporteerd."
Wat TopPop uit dat land niet overnam was de door de Musicians' Union sterk gecontroleerde aanpak van het BBC-programma Top of the Pops. "Ook een hitparade natuurlijk. Maar totaal niet te vergelijken, want daar moesten de artiesten met een orkest opnemen. Die muzikantenbond in Engeland was vreselijk. Je had bovendien publiek bij het programma. Naderhand is dat bij TopPop ook zo gegaan. Ik wilde dat nooit. Die meisjes en jongens wilden zelf graag in beeld komen en zaten dan met hun rug naar de artiesten."
"Hits kregen een gezicht", omschrijft hij de rol die TopPop, het eerste wekelijkse popprogramma op de Nederlandse televisie, tussen 1970 en 1988 vervulde. "Het visuele aspect ging overheersen. Door hun uiterlijk, dus kleding en dergelijke, scoorden groepjes als Mud en Slade waanzinnig goed. TopPop werd zo een graadmeter. Niemand kon er meer omheen."
Dat vertaalde zich ook in de bevlogenheid van de makers, die, vertelt Van Wijk, dikwijls tot diep in de nacht aan het programma zaten te werken en hun werk vaak als betaalde hobby zagen. "Daarom word ik nu ook af en toe boos wanneer ik dingen zie die gewoon slordig zijn. Ik denk dan: mensen hebben zó'n mooi vak en ze doen er zó weinig aan!"
Nee, antwoordt de oud-televisiemaker desgevraagd, dat is geen kwestie van gebrek aan geld en dus tijd, maar meer een kwestie van je huiswerk niet doen. Daarbij haalt hij zijn academieachtergrond en die van collega's en tijdgenoten als Bob Rooyens en Ralph Inbar aan. "Het klinkt gek, ik ben natuurlijk een oude grijze man, maar ik zie niets nieuws. Er zijn geen experimenten meer zoals bij Bob Rooyens." En internet dan? Is dat niet de nieuwe experimenteertuin? "Ja, daar zie je wel interessante dingen, maar bij videoclips denk ik: wij hebben leukere gemaakt."
Foto: BZN in de TopPop-studio (1971)
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/pop-op-tv/een-plek-voor-pop-op-tv/21016/
Meer Pop op tv op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/pop-op-tv
Deel dit artikel: