Onze laatste liverecensie.
Onze laatste albumrecensie.
Ons laatste interview.
Onze laatste video.
Wie zijn ze?
Als working class lad Steve Williams The Clash ontdekt, ziet hij het licht. Muzikanten hoeven niet larger than life te zijn; ook gewone jongens, die zeggen wat hij óók denkt, kunnen een bandje beginnen. Hij trekt al een tijdje op met de oudere Jeremy John Ratter, een intellectueel uit de upper middle class, die in het gekraakte landhuis Dial House in Epping, Essex woont.
Vroeg in 1977 beginnen ze te jammen. Eerst enkel met zang en drums, maar de open door policy die Ratter hanteert voor het huis geldt ook voor de band. Tegen de zomer hebben ze een vaste bezetting met geleend en gestolen materiaal. Williams wordt Steve Ignorant en Ratter wordt Penny Rimbaud. Verder zijn er Eve Libertine (zang), Joy De Vivre (zang), N.A. Palmer (gitaar), Phil Free (gitaar) en Pete Wright (bas). Gee Vaucher verzorgt de immens belangrijke grafische kant. De naam Crass halen ze bij David Bowie, uit de tekst van 'Ziggy Stardust'.
Met vijf songs beginnen ze voornamelijk op benefietconcerten te spelen. De legendarische punkclub Roxy bant hen na één optreden. Doordat ze niet kunnen spelen, zuipen ze zich van de zenuwen eerst lazarus om het podium op te durven. Andere punks worden als uitverkopers bestempeld - de Sex Pistols gebruiken anarchie als antislogan, maar of de cynische Johnny Rotten veel heil ziet in anarcho-syndicale communes, valt te betwijfelen. Als idealistische band vindt Crass de slogan "No future!" uiteraard onconstructief. Ook hun voorbeelden stellen Crass teleur. In 'Punk Is Dead' roepen ze: "CBS promote The Clash, but it ain't for revolution - it's just for cash."
Hun eerste betaalde optreden is tijdens een Rock Against Racismdemonstratie. Crass stelt voor om zijn gage af te staan voor "the cause". Als het antwoord is dat de demonstratie 'an sich' het doel is, noemt de band het gebeuren "liberal guilt shit" en weigert om ooit nog voor de organisatie op te treden.
De leden besluiten om zich te focussen. Het moet gedaan zijn met dronken optredens en ze gaan zwart dragen om zich te onderscheiden van de "fashion punks". Ze beginnen film en video te gebruiken tijdens optredens en delen pamfletten uit, waar hun antiautoritaire, antikapitalistische en DIY-ideeën uitgelegd worden. Verder kiezen ze het Orwelliaanse jaar 1984 als vervaldatum.
Wat doen ze?
De eerste persing van debuut The Feeding of the 5000 (1979) begint met enkele minuten stilte, met als titel 'The Sound of Free Speech', omdat de geplande opener 'Asylum' heiligschennend werd bevonden door de platenperserij. Crass brengt de gewraakte track uit op de single Reality Asylum/Shaved Women en de tekst met zinnen als "I vomit for you, Jesu" schiet in nogal wat verkeerde keelgaten. De politie valt platenwinkels binnen en Scotland Yard vereert Dial House met een bezoek. De dreiging van een rechtszaak hangt Crass boven het hoofd, tot uiteindelijk medegedeeld wordt dat de klacht opgeschort is, met de waarschuwing "om nooit meer zoiets te doen".
Platenfirma Small Wonder vindt de politie-interesse te intimiderend en de band begint zijn eigen Crass Records label, voor zijn eerste echte album Stations of the Crass (1980). Op hun debuut stonden de raggende en schuimbekkende punksongs al naast experimentelere stuff; hier gaan de heren en dames nog verder, met found sounds en vleugjes dub en disco.
Via Crass Records verspreiden ze verder materiaal van gelijkgestemde geesten als Zounds, Poison Girls, Conflict en Kukl (met een jonge Björk). Om het macho-element van hun publiek aan te pakken, worden alle vocalen op Penis Envy (1981) door de vrouwelijke leden verzorgd. Ook de inhoud is extreem feministisch. Muzikaal gezien is het hun meest aangename plaat. De bonustrack 'Our Wedding' wordt onder de naam Creative Recording and Sound Services als flexisingle aangeboden aan abonnees van het op bruidjes gerichte Loving Magazine. Als uitkomt dat Crass achter deze prank zit, rollen er koppen bij de redactie.
Als de Falklandoorlog uitbreekt - premier Thatcher instigeert in 1982 een oorlog met Argentinië om via het opkloppen van patriottistische gevoelens haar tanende populariteit op te krikken en haar overwinning in de volgende verkiezingen te verzekeren – brengt Crass de flexi 'Sheep Farming in the Falklands' uit. Zelfs in de muziekpers gaan stemmen op die de leden van Crass "landverraders" noemen en vanuit het Lagerhuis worden niet mis te verstane waarschuwingen hun richting uitgestuurd.
Het "Falklands conflict" duurt niet lang en vlak na afloop verschijnt de Crasssingle 'How Does It Feel? (To Be the Mother of a Thousand Dead)'. De jingoïstische wind is ondertussen gedraaid en premier Thatcher wordt door de oppositie geconfronteerd met deze vlammende beschuldiging aan haar adres. Als reactie laat ze Tory-parlementslid Tim Eggar een aanklacht indienen tegen Crass wegens obsceniteit. Eggar maakt er echter een zooitje van en de Tories besluiten dan maar "om niet langer op provocaties van Crass in te gaan".
Waarom zijn ze zo goed?
Crassmuziek is in de eerste plaats onaangenaam. De band probeert de luisteraar wakker te schudden en dat doe je niet met wiegeliedjes. Onbeluisterbaar is de muziek echter zeker niet; vooral Penis Envy en singlecompilatie Best Before 1984 klinken nog steeds even fris en confronterend. Of Steve Ignorant en zijn laddish mates - Gizz Butt (The Prodigy) en nog wat muzikanten die bij The Damned en Morrissey gespeeld hebben - live de arty/noisy/skronky kant van Crass eer zullen aandoen, valt dus nog te bezien.
Het idealisme van Crass is natuurlijk de hoofdmoot. Ze zijn ontstaan uit iets wat een 'commune' genoemd zou kunnen worden, dus het is niet verwonderlijk dat ze al eens voor hippies uitgemaakt zijn. De leefgemeenschap in Dial House - die overigens nog steeds bestaat; Rimbaud en Voucher wonen er nog en ook u bent altijd welkom – heeft echter geen religieuze of ideologische kant; enkel een gemoedelijke anarchievariant.
Crass opereert in een periode waarin politiek engagement niet vreemd is voor muzikanten: de meeste punk- en hardcorebands zitten niet verlegen om een mening en The Specials, Billy Bragg of Gang of Four menen het zelfs behoorlijk hard. Ook mainstream acts als Madness, Culture Club en Frankie Goes to Hollywood tonen engagement. Maar niemand is zo overtuigd als Crass.
De band toont dat het mogelijk is om buiten het gevestigde framework te opereren. Door bijvoorbeeld zelf hun groentjes te kweken, maar ook door zélf platen te produceren. Zonder al te veel overbodige kosten verspreidt de band zijn in geweldige uitvouwhoezen verpakte werkstukken, die enorm goed verkopen. Dat die verkoopssuccessen zich niet vertalen in hitparadenoteringen wordt uiteraard graag aan een complot geweten.
Door zijn ideeën wekt Crass natuurlijk veel tegenstand op en de retoriek kán zeer zwaar op de hand zijn. Maar een band die geregeld in elkaar getimmerd wordt door tuig van extreem rechts én links - er gaat amper een concert voorbij zonder dat een bende skinheads amok maakt - moet het toch af en toe bij het rechte eind hebben.
Crass beschikt ook over een goed gevoel voor humor - iets dat te vaak over het hoofd gezien wordt. En dan is er hun inspirerende bezieling. Met hun Stop the City-actie leggen ze de financiële wereld in Londen twee dagen lam en pre-internet is hun netwerk een onontbeerlijk alternatief informatiekanaal. In Dial House zit het tot de dag van vandaag vol jonge mensen die heil zien in de Crass way of life. Om de bands die door hen geïnspireerd zijn niet te vergeten: van The Ex via Napalm Death tot Fucked Up en het piepjonge Flats (met de zoon van Creation Recordsbaas Alan McGee).
Wat gebeurt er dan?
Christ, the Album (1982) staat vol nummers die eerder opgenomen werden. Doordat ze niks zeggen over het 'conflict' beschouwen de Crassleden het zelf als een mislukking. Met Yes Sir, I Will (1983) gaan ze frontaal in de aanval. Hoewel hier ruimte is voor piano en strijkers, is het hun kwaadste plaat.
Hoe hard ze Thatcher haten, bewijzen ze nog eens met de "Thatchergate Tape", een uit speeches samengesteld fake telefoongesprek tussen Thatcher en de Amerikaanse president Reagan, waarin de eerste oorlogsmisdaden bekent en gemoedelijk over raketaanvallen in Europa gekeuveld wordt. De tape wordt anoniem naar kranten verstuurd en duikt op in Amerika. Het Pentagon verkondigt dat de tape een lafhartige streek is van de KGB, om een Derde Wereldoorlog uit te lokken.
Een Britse journalist ontmaskert Crass echter en door de media-aandacht die volgt, worden de bandleden cynisch. Hun boodschap wordt niet begrepen en bovendien is er een licht schisma ontstaan tussen de overtuigde idealisten en de leden die Crass meer als een carrière zien. Engeland is er erbarmelijk aan toe; de werkloosheid is enorm, de politiestaat is een feit en Crass' muziek kan daar niks aan veranderen. Ze treden nog één keer op, voor de stakende mijnwerkers in Zuid-Wales, op 7 juli 1984. En dan houden ze er, zoals beloofd, mee op.
http://www.kindamuzik.net/achtergrond/crass/onvoltooid-verleden-tijd-punk-is-dead-long-live-crass/20750/
Meer Crass op KindaMuzik: http://www.kindamuzik.net/artiest/crass
Deel dit artikel: